aanhouder
Nederlands
Woordafbreking
- aan·hou·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanhouder | aanhouders |
verkleinwoord | aanhoudertje | aanhoudertjes |
Zelfstandig naamwoord
aanhouder m
Afgeleide begrippen
- [1] aanhouden
- [1] aanhouding
Verwante begrippen
- [2] koppigheid
- [2] volharding
Spreekwoorden
- de aanhouder wint: wie volhoudt, krijgt zijn zin
Gangbaarheid
- Het woord aanhouder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aanhouder' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.