aanhouder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanhouder    (hulp, bestand)
  • IPA: /'anˌhɑudəndər/
Woordafbreking
  • aan·hou·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanhouder aanhouders
verkleinwoord aanhoudertje aanhoudertjes

Zelfstandig naamwoord

aanhouder m

  1. (juridisch) iemand (bv. een politieagent) die aanhoudt, een aanhouding verricht
  2. (persoon) iemand die vasthoudend is, niet snel opgeeft, een volhouder
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Spreekwoorden
  • de aanhouder wint: wie volhoudt, krijgt zijn zin

Gangbaarheid

  • Het woord aanhouder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.