aaneengroeiing

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·een·groei·ing
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aaneengroeiing aaneengroeiingen
verkleinwoord aaneengroeiinkje aaneengroeiinkjes

Zelfstandig naamwoord

aaneengroeiing v

  1. het aan elkaar vast groeien of gegroeid zijn
    • Een aaneengroeiing van dorpen. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'aaneengroeiing' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.