aaneengroeiing
Nederlands
Woordafbreking
- aan·een·groei·ing
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van aaneengroeien met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aaneengroeiing | aaneengroeiingen |
verkleinwoord | aaneengroeiinkje | aaneengroeiinkjes |
Zelfstandig naamwoord
aaneengroeiing v
- het aan elkaar vast groeien of gegroeid zijn
- Een aaneengroeiing van dorpen.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'aaneengroeiing' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.