aaneenkoppeling
Nederlands
Woordafbreking
- aan·een·kop·pe·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van aaneenkoppelen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aaneenkoppeling | aaneenkoppelingen |
verkleinwoord | aaneenkoppelingetje | aaneenkoppelingetjes |
Zelfstandig naamwoord
aaneenkoppeling v
- het aan elkaar koppelen
- Polymeerketen: dit is het resultaat van de aaneenkoppeling van monomeer tot polymeer die plaatsvindt tussen de initiatie (door een radicaal) en de terminatie (door een tweede radicaal) van de polymerisatiereactie.
- het aan elkaar gekoppeld zijn
- De aaneenkoppeling van diverse zalen.
Gangbaarheid
- Het woord 'aaneenkoppeling' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.