aaneenbinding

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·een·bin·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aaneenbinding aaneenbindingen
verkleinwoord aaneenbindinkje aaneenbindinkjes

Zelfstandig naamwoord

aaneenbinding v

  1. het aaneenbinden
  2. het aaneengebonden zijn
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'aaneenbinding' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.