aandrang

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aandrang    (hulp, bestand)
  • IPA: /'anˌdraŋ/
Woordafbreking
  • aan·drang
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aandrang -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

aandrang m

  1. het aandringen
    • Er werd grote aandrang op hem uitgeoefend om zijn werk af te maken. 
  1. aansporing, morele druk
    • Er was weinig aandrang nodig om hem geld te laten geven voor het goede doel. 
  1. met klem, nadruk
    • Hij had een grote aandrang om te plassen. 
Afgeleide begrippen
  • bloedaandrang, wateraandrang
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aandrang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord aandrang -

Zelfstandig naamwoord

aandrang

  1. aandrang
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.