aanbinden
Nederlands
Woordafbreking
- aan·bin·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan vz en binden ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanbinden |
bond aan |
aangebonden |
klasse 3 | volledig |
Werkwoord
aanbinden
- overgankelijk met bijvoorbeeld een koord, riem of touw bevestigen
- Voordat we gaan rijden moeten we de spullen in de laadruimte nog aanbinden.
- beginnen
Spreekwoorden
- de strijd aanbinden: de strijd beginnen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord aanbinden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aanbinden' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.