aalvork
Nederlands
Woordafbreking
- aal·vork
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aal en vork
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aalvork | aalvorken |
verkleinwoord | aalvorkje | aalvorkjes |
Zelfstandig naamwoord
aalvork v / m [1]
- (visserij) ijzeren vork met 3, 5 of 7 van weerhaken voorziene, dicht bij elkander geplaatste, tanden aan een lange staak waarmee men net als een harpoen in het water steekt in de hoop een aal te vangen
Gangbaarheid
- Het woord 'aalvork' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.