Thora
Nederlands
Woordafbreking
- Tho·ra
Woordherkomst en -opbouw
- van Hebreeuws תּוֹרָה (tora) "wat onderwezen wordt, leer, instructie"[1]; een annotatie uit de Vorstermanbijbel die rond 1530 verscheeen, luidt: Thora, heet die wet in dat hebreus, ende heeft den naem van onderwisinge[2]
Eigennaam
Thora v
- de eerste vijf heilige boeken van de Tenach, die de kern van het joodse geloof uitmaken; dit zijn ook de eerste vijf boeken van het Oude Testament van de christenen
- Centraal staat datgene wat Oosterhuis ziet als de kern van de Bijbelse boodschap: Thora (de eerste vijf boeken van het Oude Testament), psalmen en profeten. [3]
- het geheel van teksten die voor het joodse geloof gezaghebbend zijn: de Tenach, en soms ook de verdere uitleg in Misjna, Talmoed en Midrasj;
- de hele joodse leer
- In de joodse literatuur is er een theorie die als een gelijkenis een diepzinnige waarheid inhoudt, namelijk dat de Thora, die naar de geest eeuwig is, in verschillende tijdperken verschillende gedaanten aanneemt. [4]
Synoniemen
- Wet
- [1] Pentateuch
Verwijzingen
- Thora op website: Etymologiebank.nl
- Deuteronomium 4:45 De Vorsterman Bijbel. (1528-1531) Willem Vorsterman, Antwerpen; p. 12v; geraadpleegd 2015-03-19
- Vis, G.J. "Huub Oosterhuis 1960-1980 Schets van een ontwikkelingsproces" in: Ons Erfdeel. jrg. 27 nr.5 (nov/dec 1984) Stichting Ons Erfdeel, Rekkem / Raamsdonksveer; p. 689; geraadpleegd 2015-02-26
- Heschel God zoekt de mens: Een filosofie van het jodendom (2005) Abraxas, Amsterdam; ISBN 9789080730052; p. 250; geraadpleegd 2015-02-26
- Leidraad officiële spelling regel 16 P (3); geraadpleegd 2015-02-26
Vertalingen
1.-3.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.