Software

Duits
Uitspraak
  • IPA: /'zɔftvɛːɐ̯/
Woordafbreking
  • Soft·ware

Zelfstandig naamwoord

Software v

  1. (informatica) software
  1. «Mein Computer braucht spezielle Software, um Webseiten darstellen zu können.»
    Mijn computer heeft speciale software nodig om websites te kunnen maken.
Verbuiging
enkelvoud meervoud
nominatief die Software-
genitief der Software-
datief der Software-
accusatief die Software-
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.