Sint-Maarten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Sint-Maar·ten
Woordherkomst en -opbouw
demoniem
inwoner Sint-Maartenaar
vrouwelijke inwoner Sint-Maartense
bijvoeglijk Sint-Maartens
enkelvoud meervoud
naamwoord Sint-Maarten -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

Sint-Maarten

  1. m heilige, gestorven 8 november 397, die gezien wordt als degene die Gallië het christendom gebracht heeft
    • Sint-Maarten was van geboorte een Romein. 
  1. feestdag, 11 november, gewijd aan [1]
  2. o (toponiem: eiland) Caribisch eiland boven de wind, vernoemd naar [1] (zie Sint Maarten)
    • Sint-Maarten is voor een deel Frans, voor een deel Nederlands. 
  1. o (toponiem: land) autonoom land binnen het Koninkrijk der Nederlanden op het zuidelijk deel van [3]
    • In oktober 2010 verkreeg Sint-Maarten zijn status als apart land binnen het koninkrijk. 
  1. o (toponiem: land) een overzeese gemeenschap van Frankrijk op het noordelijk deel van [3]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'Sint-Maarten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.