Schweden

Duits
Uitspraak
  • Geluid:  Schweden    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈʃveːdən /
Woordafbreking
  • Schwe·den
Schweden enkelvoud
nominatief   Schweden  
genitief   Schwedens  
datief   Schweden  
accusatief   Schweden  

Eigennaam

Schweden o

  1. (toponiem: land) Zweden
  1. «Schweden ist das größte Land in Skandinavien.»
    Zweden is het grootste land van Scandinavië
Afgeleide begrippen
  • Schwede
  • Schwedenbombe
  • Schwedenkragen
  • Schwedenküche
  • Schwedenplatte
  • Schwedenpunsch
  • Schwedenrätsel
  • Schwedenschanze
  • Schwedentrunk
  • Schwedin
  • schwedisch


Luxemburgs
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /.../
Woordafbreking
  • Schwe·den

Eigennaam

Schweden o

  1. (toponiem: land) Zweden; een land in het noorden van Europa, grenzend aan Noorwegen en Finland. De officiële naam is het Koninkrijk Zweden (Konungariket Sverige)

Meer informatie
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.