Himmel

Niet te verwarren met: himmel

Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Him·mel
enkelvoud meervoud
nominatief der Himmeldie Himmel
genitief des Himmelsder Himmel
datief dem Himmelden Himmeln
accusatief den Himmeldie Himmel

Zelfstandig naamwoord

Himmel m

  1. hemel, hiernamaals
  1. «Dein Wille geschehe, wie im Himmel als auch auf Erden.»
    Uw wil geschiede, op aarde als in de hemel.
  2. hemel, lucht
  1. «Es ist kein Wölkchen am Himmel zu sehen.»
    Er is geen wolkje aan de hemel te zien.
Synoniemen
  • [2]: Firmament
Afgeleide begrippen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.