Folkslied

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • Folks·lied
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de Pennsylvania-Duitse zelfstandige naamwoorden Folk en Lied met het invoegsel -s-
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Folksliedes FolksliedFolksliederdie Folkslieder
datief me Folksliedem FolksliedFolksliederde Folkslieder
accusatief en Folksliedes FolksliedFolksliederdie Folkslieder

Zelfstandig naamwoord

Folkslied, o

  1. (muziek) luisterlied, volksdeuntje
  1. «Mir hen in re Karrich en arrig gudes Folkslied gsunge.»
    We hebben in de kerk een zeer goed luisterliedje gezongen.
Opmerkingen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.