Darm

Menschliche Därme (Schaubild).
Menselijke darmen (figuur).

Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Darm
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van de Oudhoogduitse woorden "darm" en "daram"
enkelvoud meervoud
nominatief der Darmdie Därme
genitief des Darmes
des Darms
der Därme
datief dem Darmden Därmen
accusatief den Darmdie Därme

Zelfstandig naamwoord

Darm m

  1. (anatomie), (zoötomie) darm
  1. «Die Leber scheidet Substanzen über die Galle in den Darm aus.»
    De lever scheidt stoffen uit via de gal in de darm.
  2. (kookkunst) darm (als worstvel)
  3. (muziekinstrument) darm (als snaren op luiten)
  4. {{sport|deu) darm (als snaren in tennisrackets)
Hyperoniemen
  • [1]: Organ
  • [1]: Verdauung
  • [1]: Verdauungsapparat
  • [1]: Verdauungskanal
  • [1]: Verdauungssystem
  • [1]: Verdauungstrakt
Hyponiemen
  • [1]: Blinddarm
  • [1]: Dickdarm
  • [1]: Dünndarm
  • [1]: Enddarm
  • [1]: Zwölffingerdarm
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Typische woordcombinaties
  • [1]: den Darm entleeren
zich ontlasten
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.