Augenzeugin

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  Augenzeugin    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈaʊ̯ɡənʦɔɪ̯ɡɪn /
Woordafbreking
  • Au·gen·zeu·gin
Woordherkomst en -opbouw
  • Vrouwelijke vorm van Augenzeuge
enkelvoud meervoud
nominatief die Augenzeugindie Augenzeuginnen
genitief der Augenzeuginder Augenzeuginnen
datief der Augenzeuginden Augenzeuginnen
accusatief die Augenzeugindie Augenzeuginnen

Zelfstandig naamwoord

Augenzeugin, v

  1. (juridisch) ooggetuige
  1. «Eine Augenzeugin berichtete über den Busunfall.»
    Een ooggetuige berichtte over het busongeluk.
Verwante begrippen
  • Augenzeuge (mannelijke vorm)
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.