-khulu

Xhosa

Uitspraak
  • IPA: /kʰuːlu/
EnkelvoudMeervoud
KlasseAttributiefPredicatiefKlasseAttributiefPredicatief
1omkhulumkhulu2abakhulubakhulu
3omkhulumkhulu4emikhulumikhulu
5elikhululikhulu6amakhulumakhulu
7esikhulusikhulu8ezikhuluzikhulu
9enkuluinkulu10ezinkuluzinkulu
11olukhululukhulu
14obukhulubukhulubijvoeglijk
15okukhulukukhulu

Bijvoeglijk naamwoord

-khulu

  1. groot
  1. «Ungumntu omkhulu
    Hij is een groot man.

Bijwoord

kakhulu

  1. bijzonder, erg, in grote mate.
  1. «Enkosi kakhulu
    Heel erg bedankt!

Zelfstandig naamwoord

ubukhulu 14

  1. (wiskunde) oppervlak
  2. omvang, grootte


Zoeloe

Uitspraak
  • IPA: [ˈkʰu:lu]

Bijvoeglijk naamwoord

-khulu

  1. groot
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.