Zeemeermin

Een zeemeermin of kortweg meermin is een mythisch wezen, met het bovenlichaam van een vrouw en in plaats van benen een vissenstaart. Haar minder bekende mannelijke tegenhanger is de zeemeerman.

'A mermaid', schilderij van John William Waterhouse

Geschiedenis

Verhalen over zeemeerminnen gaan terug tot in de oudheid. Het mythische wezen van de allereerste zeemeerman waarschijnlijk vindt zijn oorsprong bij de Babyloniërs en Soemeriërs ongeveer 5.000 jaar voor Christus. Zij kenden de god Ea of Enki, de god van de zoete wateren, die volgens de mythologie de schepper en tegelijk redder van de mens is. Hij werd afgebeeld met een vissenstaart of met een vis over zijn hoofd. Ook de Syrische godin Atargatis werd afgebeeld als een menselijk torso met een vissenstaart. Zij is een van de eerst bekende vormen van een zeemeermin.

In de Griekse mythologie hadden zeedemonen eerder al hun domicilie gekozen in de grotten en op de rotsen rond de Tyrreense Zee. Door hun zachte gezang lokten zij de schippers op de klippen. Sirenen worden voor het eerst genoemd in de Odyssee van Homerus, waar deze half-vrouw half-vogel wezens hun charmes aan Odysseus tentoonspreidden. Zeemeerminnen, sirenen met een vissenstaart, kwamen in ook voor in de Physiologus, een collectie moraliserende dierenverhalen, die waarschijnlijk rond de derde of vierde eeuw na Christus in het Grieks werden geschreven door een anonieme auteur. Deze Physiologus was een voorloper van de populaire bestiaria in de Middeleeuwen. Kerkvaders gebruikten de gespleten persoonlijkheid van zeemeerminnen - immers half vrouw, half vis - als een teken van wantrouwen. Het verhaal van sirenen en zeemeerminnen werd in de middeleeuwen door de Kerk dan ook gebruikt om mensen te waarschuwen voor het kwaad van de verleiding. In die tijd waren om die reden dan ook in veel kerken, kloosters en kathedralen afbeeldingen van zeemeerminnen te vinden.

Vermeende waarnemingen

De middeleeuwse fantasie over meerminnen met een vissenstaart komt van de verhalen van zeelui, die dachten deze wezens in het schuim gezien te hebben. In werkelijkheid hebben zij waarschijnlijk zeekoeien gezien: deze zoogdieren uit tropische wateren hebben een spitse vorm; de vrouwtjes hebben ook tepels, die het beeld van de vrouwelijke lichaamsvormen oproepen. Columbus meende in 1493 zeemeerminnen te zien tijdens zijn reis naar Amerika en beschreef deze in zijn dagboek. In 1493, voor de kust van Hispaniolia, rapporteerde hij 'vrouwelijke vormen' die hoog uit de zee zouden rijzen, maar niet zo mooi waren als vaak weergegeven. Over het algemeen wordt gedacht dat Columbus die dag lamantijnen (een soort zeekoe) heeft zien zwemmen.[1] In het logboek van de Engelse piraat Zwartbaard (1680-1718) wordt vermeld dat hij zijn bemanning instrueert om bepaalde wateren te mijden die hij "betoverd" noemt vanwege zeemeerminnen, die door Zwartbaard en zijn bemanning zouden zijn gezien.

Boeronees zeewijf

Het Boeronees Zeewijf in Natuurlyke Historie van Louis Renard (1719)

Bij de kust van Ambon zou in 1712 het zogenaamde ''Boeronees zeewijf'' zijn gevangen; volgens de overlevering overleefde deze zeemeermin vier dagen en zeven uur in een tobbe voordat ze doodging. Samuel Fallours, een kunstenaar die in dienst was van de Verenigde Oost-Indische compagnie en bij wie het zeewijf in huis zou hebben verbleven, tekende een afbeelding van de zeemeermin. De afbeelding werd opgenomen in het zoölogische platenboek Natuurlyke historie der Indische zeeën; behelsende de visschen, kreeften en krabben van verschillende kleuren en buitengewoone gedaanten van de Moluksche eilanden en op de kusten der zuidlyke landen van de in Amsterdam woonachtige boekverkoper en uitgever Louis Renard. In de tweede druk van de eerste uitgave van Natuurlyke Historie werden − om twijfel rondom de echtheid van de waarnemingen van de zeemeermin weg te nemen − verschillende 'ooggetuigenverslagen' opgenomen. Zo verklaarde de Nederlandse dominee François Valentijn, die tweemaal met de VOC naar Azië voer:

"Een van de verwonderings-weerdigste zaken, hier in Amboina vallende, zyn de Zee-Menschen, ofwel de Meir-Mannen, en Meir-Minnen, zoo die in 't gemein genaamd werden.[2]"

Valentijn gebruikte Fallours' tekening van de zeemeermin, die hem door Renard was toegestuurd, in het derde deel van zijn Oud en Nieuw Oost-Indiën (1726). Zo schreef hij:

"Het hoofd was als dat van een Vrouw-Mensch, hebbende zyne behoorlyke evematigheid van deelen, en van de oogen, neus en mond; dog de oogen, die zeer licht-blaeuw waren, vertoonden zig een weinig anders, als van een ander Mensch.[3]"

Caithness (Schotland)

In 1809 werd in Edinburgh het relaas gepubliceerd van twee voorvallen van vermeende waarnemingen van een zeemeermin. Eliza Mackay (dochter van de dominee in Reay) en haar vriendin C. Mackenzie beschreven in een brief aan mevrouw McInnes dat ze op 28 januari 1808 bij Reay (Caithness) in Schotland vanaf de kust een vrouwenfiguur in zee hadden gezien met dik, lang groen haar, een wit voorhoofd, neus en kin en heldere roze zijkanten van het gezicht. De neus en de lichtgrijze ogen zouden klein zijn geweest, de armen lang en slank en de vingers zouden geen vliezen hebben gehad. De vrouwen beweerden het fenomeen bij zonlicht bijna een uur te hebben waargenomen op slechts enkele yards afstand. Drie andere personen zouden volgens hen het voorval ook hebben gezien. William Munro, schoolleraar in Thurso, gaf aan zo'n twaalf jaar geleden - rond 1797 - in de buurt van Landsidehead bij Reay een naakte vrouw op een rots te hebben gadegeslagen, waarvan het lichaam tot in zee reikte. Het leek volgens hem alsof ze het haar aan het kammen was. Na enkele minuten zou ze in zee zijn verdwenen. Hij merkte verder op dat die dag de zon scheen en dat hij er niet ver vanaf was geweest. Zowel de vrouwen als de man gaven aan dat ze eerder vernomen hadden dat anderen aan die kust ook iets dergelijks hadden ervaren.[4]

Folklore

Verhalen en boeken

Gevelsteen met de meermin van Edam

In Nederland is de meermin van Edam, ook wel de zeemeermin van Haarlem genoemd, bekend. Deze meermin zou in 1403 na een zware storm, nadat de dijken gebroken waren, gevangen zijn in het Purmermeer bij Edam. Ze is naar Haarlem gebracht, heeft daar leren spinnen en een christelijke begrafenis gehad.[5] Het verhaal over deze zeemeermin werd gedurende 600 jaar door veel schrijvers opgeschreven.

Ook Muiden kent een legende over een zeemeermin. Als vissers een gevangen exemplaar vrijlaten, zingt ze: "Muiden zal Muiden blijven, Muiden zal nooit beklijven".[6] Een ander bekende sage is De zeemeermin van Westenschouwen.

Er is een verhaal over een kofschip op de Noordzee dat opeens stil lag. De schipper ging kijken en zag een meerman aan het roer hangen. Hij zegt dat zijn vrouw in barensnood is en hij vraagt of de vrouw van de schipper haar wil ondersteunen. De schippersvrouw heeft zelf zes kinderen en weet wat de zeevrouw doormaakt. Ze gaat meteen overboord en verdwijnt in de diepte. Het schip ligt stil en na lange tijd brengt de meerman de schippersvrouw naar boven. Ze is droog, alleen de zoom van haar rok wordt nat als de schipper haar in zijn armen pakt. Het schip zeilt razendsnel verder en haalt binnen een kwartier de stilstand in. De koopvaarder doet goede zaken en zolang hij de Noordzee bevoer, zat alles hem mee.

De kleine zeemeermin is een beroemd sprookje van Hans Christian Andersen uit 1836.

In Juttertje Tim, een kinderboek uit 1991 van Paul Biegel, komen ook zeemeerminnen voor.

Films en series

Muziek

Afbeeldingen

Trivia

  • Animal Planet zond twee tv-reportages uit over zeemeerminnen. De eerste was "Mermaids: the body found" en ging over een team dat restanten van een zeemeermin zou hebben gevonden in de buik van een haai, maar zodra het nieuws bekend werd, zou de FBI de bewijsstukken hebben afgenomen. De tweede reportage was "Mermaids: new evidence" en bevatte enkele filmfragmenten waarin zeemeerminnen te zien zouden zijn, waaronder een opname in het Israëlische kustplaatsje Kiryat Yam.[7] Beide reportages bleken een hoax te zijn.[8]
  • Teylers Museum in Haarlem had van 25 mei t/m 15 september 2013 een overzichtstentoonstelling getiteld Een zee vol meerminnen waar aan alle aspecten van de zeemeermin - historisch, religieus, mythisch, volkenkundig - aandacht werd besteed. Hierbij werd voor het eerst een geïllustreerd overzichtswerk van het fenomeen zeemeermin gepubliceerd.

Literatuur

  • Paul Faber en Bert Sliggers, Een zee vol meerminnen, verleiding en bedreiging. Haarlem: Teylers Museum / Tielt: Lannoo, 2013 ISBN 978 94 014 0868 4

Zie ook

Celtic Fairy Tales, 1892
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.