Verbond van de wilgenvloedbossen en -struwelen
Het verbond van de wilgenvloedbossen en -struwelen (Salicion albae) is een verbond van de klasse van de wilgenvloedbossen en -struwelen (Salicetea purpureae), een groep van bosplantengemeenschappen die voorkomt op periodiek overstroomde, voedselrijke gronden en die gedomineerd wordt door smalbladige wilgen.
Verbond van de wilgenvloedbossen en -struwelen | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Verbond van de wilgenvloedbossen en -struwelen met schietwilg | ||||
Syntaxonomische indeling | ||||
| ||||
Verbond | ||||
Salicion albae Soó, 1930 |
De bosvegetaties van dit verbond worden ook wel zachthoutooibossen genoemd, in tegenstelling tot die van het abelen-iepenbos, die bekendstaan als hardhoutooibossen.
Het verbond telt in België en Nederland drie onderliggende associaties.
Naamgeving, etymologie en codering
- Synoniem: Salicion albae Tüxen ex Moor 1958 nom. illeg., Salicion albae Th.Müll. & Görs 1958 nom. illeg., Populion albae Tüxen 1931 nom. nud.
- Frans: Saulaie arborescente à Saule blanc
- Duits: Silberweiden-Auenwald
- Engels: Willow scrub and woodland of sub-montane and lowland river shoals and terraces
- Syntaxoncode (Nederland): 38Aa
De naam Salicion albae is afgeleid van de wetenschappelijke naam van een kensoort van deze klasse, de schietwilg (Salix alba).
Kenmerken
Algemeen
Het verbond van de wilgenvloedbossen en -struwelen omvat plantengemeenschappen van periodiek overstroomde, laaggelegen, voedselrijke gronden in de uiterwaarden van grote rivieren en in het zoetwatergetijdengebied. Lokaal kan het ook ontstaan in moerasgebieden waar een natuurlijke waterafvoer ontbreekt, zoals in afgesloten rivierarmen en op afgegraven terreinen.
Wilgenvloedbossen vormen op dergelijke standplaatsen de climaxvegetatie.
Structuur
Het verbond van de wilgenvloedbossen en -struwelen heeft een matig open tot zeer dichte bosvegetatie met een soms hoog opgaande, soortenarme boom- en struiklaag, die in elkaar overgaan. Naast een aantal wilgensoorten komt ook de zwarte populier voor. Deze bomen verspreiden zich door zaden met vruchtpluis of vegetatief met afgebroken takken. De ondergroei bestaat meestal uit een weelderige ruigte met soorten die ook in moerasruigten en rietlanden worden aangetroffen.
Onderverdeling
Het verbond van de wilgenvloedbossen en -struwelen heeft in België en Nederland drie vertegenwoordigers:
- Associatie: Bijvoet-ooibos (Artemisio-Salicetum albae)
- Sub-associatie: Artemisio-Salicetum albae populetosum nigrae
- Sub-associatie: Artemisio-Salicetum albae agrostietosum stoloniferae
- Associatie: Lissen-ooibos (Irido-Salicetum albae)
- Sub-associatie: Irido-Salicetum albae menthetosum
- Sub-associatie: Irido-Salicetum albae alopecuretosum pratensis
- Associatie: Veldkers-ooibos (Cardamino amarae-Salicetum albae)
- Sub-associatie: Cardamino amarae-Salicetum albae alismatetosum
- Sub-associatie: Cardamino amarae-Salicetum albae anthriscetosum
- Sub-associatie: Cardamino amarae-Salicetum albae urticetosum
- Sub-associatie: Cardamino amarae-Salicetum albae inops
Soortensamenstelling
Het verbond heeft in België en Nederland geen specifieke kensoorten. Voor een overzicht van de voornaamste ken- en begeleidende soorten van de klasse, zie de klasse van de wilgenvloedbossen en -struwelen.
Zie ook
Bronnen, noten en/of referenties
|
Indeling van de vegetatieklasse Salicetea purpureae (klasse van de wilgenvloedbossen en -struwelen) |
---|
Orde: Salicetalia |