Windmill-arrest
Het arrest Staat/Windmill, beter bekend als Windmill-arrest (HR 26 januari 1990, NJ 1991/393) is een arrest van de Nederlandse Hoge Raad dat betrekking heeft op een vordering uit onrechtmatige daad door de Staat.
Windmill
| ||
Datum | 26 januari 1990 | |
Partijen | Staat / Windmill | |
Instantie | Hoge Raad der Nederlanden | |
Rechters | S.K. Martens, H.E. Ras, A.R. Bloembergen, H.L.J. Roelvink, W.J.M. Davids | |
Adv.-gen. | M.R. Mok | |
Soort zaak | civiel | |
Procedure | cassatie | |
Wetgeving | WVO, 1401 BW (oud) | |
Vindplaats | NJ 1991/393, m.nt. M. Scheltema AB 1990/408, m.nt. G.P. Kleijn | |
ECLI | ECLI:NL:HR:1990:AC0965 |
Casus
Windmill Holland BV is eigenaar van een fabriek die fosfaathoudende meststoffen produceert. Jaarlijks loost Windmill een hoeveelheid afvalgips in slurryvorm in de Nieuwe Waterweg. Het afvalgips is aan te merken als niet-zuurstofbindende stof. Windmill heeft de hiervoor benodigde vergunningen. Er hoeft niet extra te worden gebaggerd.
De Wet verontreiniging oppervlaktewateren (WVO) bood de mogelijkheid om een heffingsregeling vast te stellen die lozingen zou belasten met een publiekrechtelijke financiƫle heffing. Omdat zo'n regeling nog niet was vastgesteld, wilde de Staat als eigenaar van de Nieuwe Waterweg de lozingen alleen toestaan met een "privaatrechtelijke vergunning" tegen betaling van een jaarlijkse vergoeding van f 1,25 per kubieke meter geloosd slurry.
De Staat heeft tegen Windmill een verbod gevorderd de gipsslurry te lozen of doen lozen op de Nieuwe Waterweg, zolang Windmill niet in het bezit is van een door de Staat als eigenaar van de Nieuwe Waterweg te verlenen "privaatrechtelijke vergunning" tot het gebruik van dit water tegen een jaarlijkse vergoeding van f 1,25 per kubieke meter geloosd gipsslurry. Daarbij heeft de staat zich op het standpunt gesteld dat er tegen die lozingen op zichzelf geen bezwaar bestaat, maar dat het hem erom gaat voor die lozingen evenbedoeld bedrag in rekening te brengen. [HR r.o. 3.1] |
Procesgang
De vordering van de Staat is door de rechtbank afgewezen. Dit vonnis is in hoger beroep door het hof bekrachtigd. Het cassatieberoep is verworpen.
Hoge Raad
Rechtsvraag en maatstaf
Mag de overheid, wanneer haar ter behartiging van bepaalde belangen bij een publiekrechtelijke regeling bevoegdheden zijn toegekend, die belangen ook behartigen door gebruik te maken van haar krachtens het privaatrecht toekomende bevoegdheden?
De Hoge Raad overwoog:
3.2 |
Beslissing
De Hoge Raad heeft beslist dat de Staat niet langs privaatrechtelijke weg een vergoeding mocht bedingen, nu de WVO deze mogelijkheid ook bood. De Hoge Raad overwoog:
3.4 |
Relevantie
- De maatstaf van het Windmill-arrest is bevestigd en nader uitgewerkt in latere arresten, waaronder het arrest Kunst- en Antiekstudio Lelystad[1].
- Zie ook de noot onder het arrest De Pina/Helmond[2].
Bronnen, noten en/of referenties
|