Willy Mignot

Willy Mignot (Eindhoven, 11 november 1915 - Hapert, 2 juni 1972) was een Nederlandse beeldhouwer.

Willy Mignot
Ik kom, ik ga (1956) aan het station Eindhoven.
Persoonsgegevens
Geboren	Eindhoven, 11 november 1915
Overleden	Hapert, 2 juni 1972
Geboorteland	Nederland
Beroep(en)	Beeldhouwer
Oriënterende gegevens
Bekende werken	Smid met leerling ik kom, ik ga Monument voor de vrouw
RKD-profiel
Portaal    Kunst & Cultuur

De schaapherder (ca. 1965), Laren

Na aanvankelijk twee jaar tekenles te hebben genomen bij Prof. G.V.A. Röling deed Willy toelatingsexamen voor de Rijksakademie te Amsterdam. Daar studeerde hij een jaar onder leiding van Prof. Jurres waarbij hij een dag per week boetseerde. De materie klei boeide hem dusdanig dat hij omzwaaide naar de beeldhouwklas, onder leiding van Prof. J. Bronner.

Willy Mignot werd geboren in een vermogende, conservatief-katholieke fabrikantenfamilie in Eindhoven. De familie Mignot was kunstzinnig; zijn ouders verzamelden Nederlandse kunst uit het eind van de 19e en begin 20e eeuw. Dit gebeurde deels met adviezen van de beroemde kunstpedagoog H.P. Bremmer. Het lag in die tijd voor de hand dat Willy net als zijn broers een plaats zou krijgen in de leiding van de sigaren- en sigarettenfabriek Mignot & De Block, het bloeiende bedrijf van zijn vader en grootvader. Maar zijn schoolprestaties en zakelijke interesses bleven achter en toen hij uiteindelijk na een moeizaam behaald eindexamen te kennen gaf dat hij naar de kunstacademie wilde, stond zijn familie hier niet onverdeeld positief tegenover. Zijn vader ondernam nog pogingen om hem een carrière te laten doorlopen in militaire dienst, maar voor Willy stond vast dat hij de kunst wilde dienen en ging uiteindelijk toch naar de Rijksakademie in Amsterdam.

Daar had Willy Mignot door zijn maatschappelijke status en culturele afkomst weinig kunstenaars als vriend. Pieter d'Hont die hij op de academie ontmoette vormde een uitzondering. Hij zag d'Hont regelmatig en werd door hem als een goed beeldhouwer herkend. Ook ging hij om met twee andere Larense beeldhouwers, Kees Schrikker en Toon Raedecker. Mignot was ook lid van de tekenclub van Kees Schrikker op de zolder van het Larense kunstenaarshotel Hamdorff.

Een enkele keer heeft hij deelgenomen aan een tentoonstelling. Zo exposeerde hij in 1954 in het Goois Museum met twee werken De glijbaan en Een danseres. In 1961 exposeerde hij op een jubileumtentoonstelling van de Gooische Schildersverening, waarvan hij lid was. In Laren kwam hij in het begin van de jaren vijftig in contact met Cees Snoey, een onafhankelijke ambachtsman die in praktische zin van alle markten thuis was. Deze verleende hem vaak assistentie bij de voorbereidingen van zijn beelden, zoals het lassen van staketsels en het uitvoeren van hijsinstallaties voor het werken aan grote beeldhouwwerken als De schaapherder voor het plantsoen bij de Hervormde Kerk in Laren. Snoey was eigenlijk de enige die regelmatig in zijn atelier aanwezig was en samen dronken zij regelmatig een borrel aan de stamtafel van het Jazzcafé Blom (tegenwoordig restaurant Vollebregt) tegenover het Singermuseum in Laren.

Zijn voorkeur ging uit naar het materiaal, wat onder andere blijkt uit een naaktfiguur gesneden uit wortelnoot en een glijbaan die haar plaats gevonden heeft in het Singer te Laren. Zijn eerste opdracht was een gevelsteen voor een boerderij in Wijk bij Duurstede, daarna een monument voor Maastricht en een portret in teakhout van Dr. A.F. Philips. Hij kreeg opdrachten van bedrijven en particulieren, waaronder reliëfs voor de elektriteitscentrale in Buggenum en een 8.5 meter lang in steen gebeeldhouwd fries voor het nieuwe station van Eindhoven (1956) met als motief Ik kom, ik ga dat door de Eindhovensche Fabrikantenkring aan de stad werd aangeboden.

Vanaf 1947 werkte hij in Laren. Daar staat het monument De schaapherder vervaardigd door Mignot, rechts naast de Hervormde Kerk aan de Naarderstraat. Mignot was lid van de Amsterdamse kunstvereniging Arti et Amicitiae en de Gooische schildersvereniging te Laren. Hij overleed in 1972.