Walter Schmitt
Walter Schmitt (Hamburg, 13 januari 1879 - Praag, 18 september 1945) was een Duitse SS-Obergruppenführer en generaal bij de Waffen-SS. Hij was parlementslid voor de NSDAP in de Rijksdag.
Walter Schmitt
| ||||
![]() | ||||
SS-Gruppenführer Walter Schmitt, 1942 | ||||
Geboren | 13 januari 1879 Hamburg, Duitse Keizerrijk | |||
Overleden | 18 september 1945 Praag, Tsjecho-Slowakije | |||
Land/zijde | ![]() ![]() ![]() Flensburgregering ![]() | |||
Onderdeel | ![]() ![]() | |||
Dienstjaren | 1899 - 1920 1932 - 1945 | |||
Rang | ![]() ![]() SS-Obergruppenführer en generaal in de Waffen-SS | |||
Eenheid | Infanterie-Regiment 77 3. Thüringischen Infanterie-Regiments Nr. 71 Reserve-Infanterie-Regiment Nr. 2 | |||
Bevel | SS-Personalhauptamt 1 januari 1939 - 1 oktober 1942 | |||
Slagen/oorlogen | Eerste Wereldoorlog
| |||
Onderscheidingen | zie onderscheidingen | |||
|
Begin jaren
Van april 1888 tot 31 december 1898 zat Schmitt op het Realgymnasium in Hamburg. Op 13 januari 1899 trad hij als Fahnenjunker in dienst van het Infanterie-Regiment 77 uit Celle. Van 1899 tot 1900 bezocht hij de Kriegsschule in Metz, waar hij in de rang van een Leutnant afkwam. In 1906 volgde hij de opleiding tot wapenofficier. Van 1906 tot 1910 was hij adjudant van een bataljon van het 3. Thüringischen Infanterie-Regiments Nr. 71 uit Erfurt. In januari 1910 werd hij tot Oberleutnant bevorderd en was districtsadjudant van het districtscommando uit Celle. Op 22 maart 1914 werd hij tot Hauptmann bevorderd. In de zomer van 1914 was hij ingedeeld bij een Brunswijker infanterie regiment, voordat hij als compagniecommandant in het Reserve-Infanterie-Regiment Nr. 2 in de Eerste Wereldoorlog ingezet werd. Op 9 september 194 werd hij krijgsgevangen gemaakt werd door de Fransen, en bleef tot 1918 in gevangenschap. Hij werd in juli 1918 in Zwitserland vrijgelaten, maar bleef tot 1919 in Bern geïnterneerd. Na zijn terugkeer, was hij nog tot 1920 in de Reichswehr. Hij werd op 31 december 1920 als Major ontslagen.
Carrière in het nationaalsocialisme
Na een onderbreking in zijn militaire carrière, was Schmitt van januari 1921 tot oktober 1931 als personeelschef werkzaam van een weverij uit Hamburg. Hij was een vrijwillig rechter-bijzitter van de Schlichtungsausschusses und Arbeitsrichter van het gerecht in Hamburg-Wilhelmsburg. Gedurende deze tijd was hij tot 1927 lid van de Duitse Nationale Volkspartij. Op 1 augustus 1931 werd hij lid van de NSDAP. In oktober 1931 werd hij als personeelschef van de weverij ontslagen, en sloot zich bij de SA-reserve aan. Tot januari 1932 bleef hij daar lid van. Op 8 februari 1932 werd hij lid van de SS en was tot juli 1932 leider van de SS-troepen in Ballenstedt. Hij werd meerdere malen bevorderd, tot hij SS-Hauptsturmführer in 16 februari 1934 was. Hij was vanaf 1 maart als personeelsfunctionaris voor de Reichsführer-SS Heinrich Himmler werkzaam. Op 30 januari 1936 werd hij tot SS-Brigadeführer bevorderd en tot Chef der Personalkanzlei der SS benoemd. Precies één jaar later werd hij tot SS-Gruppenführer bevorderd en was hij belast met de inspecties van de SS-Junkerschule en de SS-Führerschule in München-Dachau. Een jaar later werd hij tot SS-Gruppenführer bevorderd. Hij was vanaf maart tot april 1938 leider van het Sicherungshauptstabs für die Volksabstimmung aan de vooravond van de Anschluss bij het Groot-Duitse Rijk.
Voor de Rijksdagverkiezingen 1938 werd hij kansloos verslagen. Hij was tot 1 juni 1939 Chef der Personalkanzlei in de Persönlicher Stab Reichsführer-SS. Van juni 1939 tot juni 1942 was Schmitt leider van het SS-Personalhauptamt. Toen Schmitt ziek werd, werd hij opgevolgd door Maximilian von Herff. In deze periode werd hij op 20 april 1942 tot SS-Obergruppenführer en General der Waffen-SS bevorderd. Vanaf oktober 1942 werd Schmitt SS-officier zonder taak in de Persönlicher Stab Reichsführer-SS. Op 8 mei 1943 nam Schmitt de plaats in van de gestorven Theodor Eicke in de Rijksdag voor de kieskring 30.
Na de oorlog
Na de oorlog werd hij geïnterneerd en door een Tsjechisch volksgericht tot de dood veroordeeld. Midden september 1945 werd Schmitt in Ďáblice terechtgesteld (hedendaags Praag-Ďáblice).
Militaire carrière
- Fahnenjunker: 13 januari 1899
- Leutnant: 18 augustus 1900[1]
- Oberleutnant: 27 januari 1910[1]
- Hauptmann: 22 maart 1914[1]
- Major a.D.: 31 december 1920[1]
- SS-Anwärter: 8 februari 1932[1]
- SS-Mann: 8 februari 1932[1]
- SS-Scharführer: 1 oktober 1932[1]
- SS-Truppführer: 1 januari 1933[1]
- SS-Sturmführer: 20 april 1933[1][2]
- SS-Obersturmführer: 24 december 1933[1][2]
- SS-Hauptsturmführer: 16 februari 1934[2]
- SS-Sturmbannführer: 20 april 1934[1][2]
- SS-Obersturmbannführer: 13 juli 1934[1][2]
- SS-Standartenführer: 9 september 1934[1][2]
- SS-Oberführer: 1 juni 1935[1][2]
- SS-Brigadeführer: 30 januari 1936[1][2]
- SS-Gruppenführer: 30 januari 1937[1][2]
- SS-Obergruppenführer en Generaal in de Waffen-SS: 20 april 1942[1]
Lidmaatschapsnummers
Onderscheidingen
- Gouden Ereteken van de NSDAP[3] op 30 januari 1943
- Ehrendegen des Reichsführers-SS[1][2][3]
- IJzeren Kruis 1914, 1e Klasse en 2e Klasse[1][3]
- Kruis voor Oorlogsverdienste, 1e Klasse en 2e Klasse met Zwaarden[1]
- Dienstonderscheiding van de SS
- SS-Ehrenring[1][2][3]
- Gewondeninsigne 1918 in zwart[1][2][3]
- Landesorden[1][2][3]
- Erekruis voor Frontstrijders in de Wereldoorlog[1][2]
- Dienstonderscheiding van de NSDAP[3]
Externe link
Bronnen, noten en/of referenties
|