Waarheidstabel

Een waarheidstabel of waarheidstafel is een wiskundige tabel die in het begin van de 20e eeuw werd ontwikkeld door Emil Leon Post. De tabel wordt in de logica, en dan met name in de propositielogica, gebruikt om te beslissen of een logische uitdrukking al dan niet waar is en of een argument al dan niet valide is. Waarheidstabellen kunnen worden gebruikt om de waarheidwaarden weer te geven van logische operatoren (zoals "en", "of", "niet" en "als...dan") bij alle combinaties van waarden.

In waarheidstabellen kan men de waarheid of onwaarheid van een propositie op verschillende manieren aanduiden. Een manier is om simpelweg "waar" of "onwaar" te schrijven maar men gebruikt meestal een T voor true (Engels voor waar) en F voor false (onwaar). Ook gebruikt men de 1 voor waar en 0 voor onwaar.

Een nadeel van waarheidstabellen is dat bij samengestelde proposities met veel variabelen de tabel al vrij snel te groot wordt. De grootte van de tabel groeit exponentieel in het aantal variabelen: zo heeft een tabel met 8 variabelen (A, B, C t/m H) 28 rijen. Een alternatief voor de waarheidstabel is het Karnaugh-diagram. Een andere manier om een stelling te onderzoeken is met behulp van een semantisch tableau.

Unaire operaties

Unaire operaties hebben een argument waarmee er vier mogelijkheden zijn:

Logisch waar

Logisch waar is onafhankelijk van het argument altijd waar:

p T
TT
FT

Logisch onwaar

Logisch onwaar is onafhankelijk van het argument altijd onwaar:

p F
TF
FF

Logische identiteit

Bij de logische identiteit is de teruggegeven waarde altijd gelijk aan de waarde van het argument.

p p
TT
FF

Logische negatie (NOT)

Bij de negatie (¬) is de teruggegeven waarde altijd het tegengestelde van de waarde van het argument. Men spreekt (¬ P) uit als "niet P".

p ¬p
TF
FT

Binaire operaties

Binaire operaties hebben twee argumenten, waarmee er zestien mogelijkheden zijn.

Logische conjunctie (AND)

Een logische conjunctie is een logische operator die dan en slechts dan waar is als beide operanden waar zijn.

p q pq
TTT
TF F
FT F
FF F

Logische disjunctie (OR)

Bij een logische disjunctie is een logische operator die dan en slechts dan waar is als een van beide operanden waar is.

p q pq
TTT
TFT
FTT
FF F

Exclusieve disjunctie (XOR)

Bij de exclusieve disjunctie is de teruggegeven waarde T als exact een van beide argumenten waar is.

p q pq
TTF
TFT
FTT
FF F

Logische implicatie (if/then)

Bij de logische implicatie is de teruggegeven waarde enkel T als het eerste argument F is, of als beide argumenten T zijn.

p q pq
TTT
TF F
FTT
FF T

Logische equivalentie (XNOR)

Bij de logische equivalentie is de teruggegeven waarde T als beide argumenten dezelfde waarde hebben: "NOT XOR".

p q pq
TTT
TF F
FT F
FF T

Logische NOR

Bij de logische NOR is de teruggegeven waarde T als beide argumenten niet waar zijn. Het is een combinatie van NOT en OR: "NOT OR".

p q pq
TTF
TF F
FT F
FF T

Logische NAND

Bij de logische NAND is de teruggegeven waarde T als niet beide argumenten waar zijn. Het is een combinatie van NOT en AND: "NOT AND".

p q pq
TTF
TFT
FTT
FF T

(then/if)

Bij de omgekeerde logische implicatie is de teruggegeven waarde enkel T als het tweede argument F is, of als beide argumenten T zijn.

p q qp
TTT
TFT
FT F
FF T

De teruggegeven waarde is uitsluitend T als het eerste argument niet het tweede argument impliceert, dus het eerste argument is waar en het tweede argument is onwaar.

p q p¬q
TTF
TFT
FT F
FF F

Xq

De teruggegeven waarde is T als het tweede argument waar is, mits het eerste argument onwaar is.

p q ¬pq
TTF
TF F
FTT
FF F

Projectie eerste argument

De teruggegeven waarde is de waarde van het eerste argument.

p q p
TTT
TFT
FT F
FF F

Projectie tweede argument

De teruggegeven waarde is de waarde van het tweede argument.

p q q
TTT
TF F
FTT
FF F

¬p

Bij deze negatie (¬) is de teruggegeven waarde het tegengestelde van de waarde van het eerste argument.

p q ¬p
TTF
TF F
FTT
FF T

¬q

Bij deze negatie (¬) is de teruggegeven waarde het tegengestelde van de waarde van het tweede argument.

p q ¬q
TTF
TFT
FT F
FF T

Tautologie (T)

Bij een tautologie is de teruggegeven waarde T altijd waar.

p q pq
TTT
TFT
FTT
FF T

Contradictie (F)

Bij een contradictie is de teruggegeven waarde altijd onwaar (F).

p q pq
TTF
TF F
FT F
FF F

Alle operaties

p q F NOR Xq ¬p ¬q XOR NAND AND XNOR q if/then p then/if OR T
TTFFFFFFFFTTTTTTTT
TFFFFFTTTTFFFFTTTT
FTFFTTFFTTFFTTFFTT
FFFTFTFTFTFTFTFTFT

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.