Vleuten-De Meern (gemeente)

De voormalige gemeente Vleuten-De Meern is sinds 1 januari 2001 een onderdeel van de gemeente Utrecht, de hoofdstad van de Nederlandse provincie Utrecht. De gemeente omvatte de dorpen Vleuten, De Meern, Haarzuilens (bekend van het kasteel de Haar) en hun buitengebieden. In 1999 had de gemeente 19.430 inwoners.

Vleuten-De Meern
Voormalige gemeente in Nederland
Details (Details)

Situering
Provincie Utrecht
Gemeente Utrecht
Coördinaten52° 4 NB, 5° 1 OL
Algemeen
Inwoners (1999)19.430
Overig
Voormalige gemeente1954 - 2000
Ontstaan uitVleuten, Haarzuilens, Oudenrijn en Veldhuizen
Opgegaan inUtrecht op 1 januari 2001
Foto's
Vleuten-De Meern ongeveer 15 jaar na de opheffing van deze gemeente. Van links onder naar het midden: Maarssenbroek, de A2, de Haarrijnse Plas en Vleuten. In het midden de Willibrordkerk met spitse toren. Hierboven en rechts in het midden Vleuterweide. Links in het midden het Máximapark. Daarboven (in het donkergroen) De Meern met rechts ervan Veldhuizen. Daarboven de polders ten zuiden van de duidelijk zichtbare A12. Het lint dat wegloopt van de A12 is de Meerndijk.
Portaal    Nederland

Geschiedenis

In 1811 werden uit de toenmalige gerechten Themaat, De Haar, Vleuten en De Meern, Ouden Rhijn, Heijcop, Papendorp, Galekop, Veldhuizen, Reijerscop-Kreuningen en Reijerscop-St.Pieters vier (nu voormalige) gemeenten gevormd: Vleuten, Oudenrijn, Veldhuizen en Haarzuilens. Uit deze gemeenten ontstond op 1 januari 1954 de nieuwe gemeente: Vleuten-De Meern. De vroegere gemeente Oudenrijn werd echter opgesplitst in een oostelijk deel dat aan de gemeente Utrecht werd toegevoegd en een westelijk deel dat naar Vleuten-De Meern zou gaan. De grens tussen deze twee delen lag bij de huidige rijksweg A2. Op 1 januari 2001 vond opnieuw een gemeentelijke herindeling plaats, waarbij heel Vleuten-De Meern bij de gemeente Utrecht werd ingelijfd.

Leidsche Rijn, Vleuten-De Meern en het poldergebied ten zuiden van De Meern

De gemeentelijke herindeling vond plaats omdat 's lands grootste Vinex-locatie Leidsche Rijn over twee gemeenten, namelijk Vleuten-De Meern en Utrecht, was verdeeld. Het lag voor de hand om heel Leidsche Rijn bij Utrecht te voegen. Een deel van de inwoners van Vleuten-De Meern was het hiermee niet eens. Om hen tegemoet te komen besloot de Utrechtse gemeenteraad in 2001 dat de drie woonplaatsen in het voormalige Vleuten-De Meern, te weten De Meern, Haarzuilens en Vleuten, officiële woonplaatsen zouden blijven. Deze komen dan ook voor in de lijst van door de gemeenten aangewezen woonplaatsen, die bij het Kadaster berust en waarin ook de grenzen van de woonplaatsen zijn aangegeven. Zo hoort de buurt Veldhuizen bij De Meern en zijn de buurten in Vleuterweide delen van de woonplaats Vleuten.

Het grootste deel van het vroegere Vleuten-De Meern behoort nu tot de Utrechtse wijk Vleuten-De Meern. Een gebied dat direct ten westen van de grillig lopende voormalige gemeentegrens met Utrecht ligt maakt thans deel uit van de wijk Leidsche Rijn. Dit betreft vooral de buurten Langerak en 't Zand, die vóór de annexatie onder De Meern respectievelijk Vleuten vielen.

Tot de wijk Vleuten-De Meern behoren ook de in cultuurhistorisch opzicht belangrijke polders ten zuiden van De Meern, die vóór 2001 deels in de gemeente Vleuten-De Meern en deels in de gemeente Nieuwegein lagen. Op 1 januari 2001 ging het Nieuwegeinse deel van dit gebied over naar de gemeente Utrecht. In dit gebied (met de verzamelnaam Rijnenburg) ligt een belangrijk middeleeuws afwateringskanaal, de Lange Vliet.

Vóór het ontstaan van de Vinex-locatie waren er in Vleuten-De Meern al honderden bedrijven in de sectoren land- en tuinbouw, industrie, handel, transport en dienstverlening. In De Meern lag niet ver buiten de bebouwde kom het Industrieterrein Strijkviertel. Door de nabijheid van de rijkswegen A2 en A12 waren de sectoren handel en logistiek hier sterk vertegenwoordigd. Ook producenten van voedingsmiddelen en een chemische fabriek waren hier gevestigd. Omstreeks het jaar 2000 breidde dit industrieterrein zich sterk naar het westen uit, in de richting van het dorp De Meern. Dit gebied met een oppervlakte van 74 ha kreeg een nieuwe naam: Bedrijvengebied Oudenrijn.

Voordat met de bouw van Leidsche Rijn werd begonnen bevonden zich op de oeverwallen van de verschillende takken van de Rijn (die inmiddels zo goed als verdwenen zijn) tientallen glastuinbouwbedrijven. Deze zijn alle naar elders verplaatst, dan wel opgehouden te bestaan. In het midden van dit voormalige tuinbouwgebied ligt nu het Máximapark.

Door de bevolkingstoename van minder dan 20.000 in 2001 naar meer dan 48.700 in 2019 is overal in Vleuten-De Meern het aantal bedrijven sterk gegroeid. Zo zijn in de Vinex-woonwijken Veldhuizen en Vleuterweide nieuwe winkelcentra gebouwd. Ook het aantal horeca-bedrijven is in deze periode aanzienlijk toegenomen.

Het vroegere gemeentehuis van Vleuten-De Meern in Vleuten doet thans dienst als hulpsecretarie van de gemeente Utrecht en als wijkbureau.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.