Verhuizende zussen
Het arrest Verhuizende zussen (HR 2 mei 2000, NJ 2001/300) is een arrest van de Nederlandse Hoge Raad dat betrekking heeft op een vriendendienst en aansprakelijkheid voor letselschade uit onrechtmatige daad.
Verhuizende zussen
| ||
Datum | 2 mei 2000 | |
Partijen | Jansen / Jansen | |
Instantie | Hoge Raad der Nederlanden | |
Rechters | F.H.J. Mijnssen, W.H. Heemskerk, R. Herrmann, C.H.M. Jansen, J.B. Fleers | |
Adv.-gen. | A.S. Hartkamp | |
Soort zaak | civiel | |
Procedure | cassatie | |
Wetgeving | 6:101 + 162 BW | |
Onderwerp | onrechtmatige daad, letselschade, ongelukkige samenloop van omstandigheden | |
Vindplaats | NJ 2001/300, m.nt. Jac. Hijma AA 2001, p. 795, m.nt. J.M. van Dunné | |
ECLI | ECLI:NL:HR:2000:AA5784 |
Samenvatting
Bij een verhuizing sjouwen twee zussen een linnenkast uit de berging naar een woning op de tweede verdieping. Hierbij moet één trap worden genomen op weg naar de lift. Op de trap maakt de ene zus een verkeerde beweging, waardoor de andere zus met haar arm bekneld raakt; haar onderarm moet uiteindelijk worden geamputeerd. De enkele mogelijkheid van een ongeval dat aan een bepaald gedrag inherent is, maakt dat gedrag volgens de Hoge Raad nog niet onrechtmatig. Het ongeval is te wijten aan een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Daarom geen aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad.
Casus
3.1 In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan: |
Wendy vordert een verklaring voor recht dat haar zus Monique aansprakelijk is voor de schade uit onrechtmatige daad. Ook vordert ze een voorschot van 10.000 euro.
Rechtsvraag
Is Monique op grond van onrechtmatige daad (geheel of gedeeltelijk) aansprakelijk voor de schade? (Nee.)
Procesgang
De vordering van Wendy is door de rechtbank toegewezen. Dit vonnis is door het hof vernietigd. Het hof heeft de vorderingen voor 50% toegewezen, waarbij de vermindering is gebaseerd op artikel 6:101 BW. Beiden gaan in cassatie. Het principale beroep van Wendy betreft de omvang van de schadevergoeding (50%). Het incidentele beroep van Monique betreft de gestelde onzorgvuldigheid en de onrechtmatigheid. De Hoge Raad heeft beide vonnissen (van rechtbank en hof) vernietigd en de vorderingen afgewezen.
Hoge Raad
De enkele mogelijkheid van een ongeval dat aan een bepaald gedrag inherent is, maakt dat gedrag volgens de Hoge Raad nog niet onrechtmatig. Het ongeval is te wijten aan een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Daarom geen aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad. De Hoge Raad overwoog:
[4.1] Het middel gaat (...) terecht ervan uit dat niet reeds de enkele mogelijkheid van een ongeval, als verwezenlijking van een gevaar dat aan een bepaald gedrag inherent is, dat gedrag onrechtmatig doet zijn, maar dat zodanig gevaarscheppend gedrag slechts onrechtmatig is indien de mate van waarschijnlijkheid van een ongeval (het oplopen van letsel door een ander) als gevolg van dat gedrag zo groot is, dat de dader zich naar maatstaven van zorgvuldigheid van dat gedrag had moeten onthouden (...).
[4.2] Het Hof heeft (...) deze maatstaf miskend. |
Relevantie
De terminologie "ongelukkige samenloop van omstandigheden" is na lange tijd door de Hoge Raad weer van stal gehaald. In de literatuur is kritiek op een dergelijke terminologie, omdat deze kwalificatie bij veel ongelukken kan worden gebruikt, dus weinig onderscheidend vermogen heeft. Het is dus geen echt criterium, maar een conclusie op basis van andere criteria.
Bronnen, noten en/of referenties
|