U 514 (Kriegsmarine)

De U-514 was een type IXC onderzeeër van de Duitse Kriegsmarine tijdens de Tweede Wereldoorlog. De U-514 was onder bevel van kapitein-luitenant-ter-Zee Hans-Jürgen Auffermann. Hij verkende als eerste, de succesvolle vernietiging van het tankschepen-konvooi, zonder dat de U-boten zelf verliezen leden, van 3 tot 11 januari 1943.

Geschiedenis

3 januari 1943 - Terwijl het weer alle actieve operaties op de Noord-Atlantische konvooiroutes verhinderde, voerde de 'Dolfijn'-groep verder naar het zuiden patrouillevaarten uit op de grote scheepvaartroute van Marokko naar New York, hopend konvooien te onderscheppen die voorraden en versterkingen aanvoerden, voor de troepen die in Noord-Afrika geland waren. Het was de eenzame U-514, die voor de kust van Trinidad kruiste, die de activiteiten van het nieuwe jaar opende. Hij verkende een groep tankschepen die vrijwel zeker van Venezuela naar Gibraltar voeren met brandstof voor de troepen in Noord-Afrika.

Helaas verloor de U-514 het contact. Admiraal Karl Dönitz beval acht onderzeeboten van de 'Dolfijn'groep een linie te vormen en te proberen het tankkonvooi te onderscheppen, ondanks de protesten van zijn lagere officieren en admiraal Eberhard Godt, zijn stafchef. Die wilde dat de Dolfijngroep een ander konvooi aanviel dat kort tevoren was verkend. Maar Dönitz had het laatste woord. De afstand tussen de boten was ongeveer 1000 mijl, hun kans op onderschepping was gering. Dagenlang kruisten zij, lange zigzag-varend, heen en weer. Dönitz was vastberaden dit speciale tankkonvooi te vinden en te onderscheppen.

Verandering bij de Kriegsmarine

Op 6 januari 1943 had er aan Duitse zijde een grote verandering in het marinebevel plaats. De verstandhouding tussen Hitler en groot-admiraal Raeder was nooit bijzonder hartelijk geweest. Bij een ontmoeting op die dag kreeg Hitler één van zijn beruchte woedeaanvallen.

Het ging om de manier waarop het slagschip Lützow en de zware kruiser Admiral Hipper zich gedragen hadden bij een aanval op een Brits konvooi. Raeder kreeg vrijwel geen gelegenheid een woord te zeggen, maar wel kreeg hij een sermoen te slikken dat bijna anderhalf uur duurde. Hij werd ten slotte weggestuurd met de opdracht, alle grote schepen van de Kriegsmarine uit de vaart te nemen. Ongeveer een week later wendde Raeder zich schriftelijk tot Hitler en probeerde hem van zijn plan af te brengen. Maar de Führer bleef onvermurwbaar.

Geen U-bootverliezen

8 tot 11 januari 1943 - De Duitsers werden beloond. Het konvooi liep regelrecht in het midden van de U-bootformatie. Dönitz had weer eens gelijk. De U-boten, waaronder de U-514, brachten zeven van de negen tankschepen tot zinken, in aanvallen die duurden tot 11 januari, zonder zelf verliezen te lijden. De geallieerde verliezen waren verschrikkelijk. Overal lagen brandende olietankers langzaam te zinken in hun eigen brandende olievlek. Verschillende brandende tankers moesten nog eens extra getorpedeerd worden, wilden ze eindelijk zinken. Het was een 'schitterende' operatie, zowel wat betreft de planning, als wat betreft uitvoering en resultaat. Generaal von Arnim, de Duitse opperbevelhebber in Afrika, besefte maar al te goed wat het verlies van die brandstof betekende. Hij zond een danktelegram naar Dönitz.

Getorpedeerde tankschepen

Wie op een tankschip tijdens de oorlog voer, besefte maar al te goed op welk een vulkaan hij zat. Niet altijd ontplofte het tankschip meteen na de torpedoinslag, zodat de bemanning wel het brandende schip kon verlaten met de reddingssloepen, maar toch nog uit de voeten kon maken, weg van deze drijvende vulkaan. Als het vuur dan toch aan de olietanks kwam, ontplofte het schip en brandde van steven tot boeg, totdat het zonk. Dat duurde soms wel een poos, vooraleer de tanker brandend in de met olie besmeurde golven verdween. Maar dikwijls gebeurde het wel dat de torpedo's de tanker troffen en meteen al in de lucht vlogen, zodat iedereen aan boord stierf. Nabij de tanker was er rondom een brandende olievlek te bespeuren, zodat een kans op eventuele redding voor de bemanning nihil was. Zij konden nog in zee springen, maar werden dan vlug ingehaald door brandend stookolie. Ze werden levend verbrand en verdronken. De escorteschepen, die de drenkelingen wilden helpen, konden zelf niet dichterbij komen door de hitte en op gevaar, dat hun munitie heet zou worden en ontploffen. Zij moesten dikwijls op een afstand toezien hoe de tankerbemanning levend verbrandde in de vuurzee.

Gebeurtenis

  • 3 juni 1942 - Gedurende een reddingsoperatie in de Oostzee, verloor een officier het leven (Leutnant I-klasse-zur-See der Reserve Rolf Kühl).

Haar einde

De U-514 ging ten onder op 8 april 1943, ten noordoosten van Kaap Finisterre, Spanje, in positie 43°37' N. en 08°59' W., door raketten van een Brits B-24 Liberator-vliegtuig (Squadron 224/R). De gehele bemanning van 54 man, waaronder kapitein-luitenant-ter-Zee Hans-Jürgen Auffermann kwam hierbij om.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.