Trimeresurus cardamomensis

Trimeresurus cardamomensis is een soort slang uit de familie van de adders (Viperidae) en de onderfamilie groefkopadders (Crotalinae). De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Anita Malhotra, Roger Stephen Thorpe, Mrinalini & Bryan L. Stuart in 2011. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Cryptelytrops cardamomensis gebruikt. De adder komt voor in delen van Zuidoost-Azië.

Trimeresurus cardamomensis
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2012)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Squamata (Schubreptielen)
Onderorde:Serpentes (Slangen)
Superfamilie:Colubroidea
Familie:Viperidae (Adders)
Onderfamilie:Crotalinae (Groefkopadders)
Geslacht:Trimeresurus (Aziatische lanspuntslangen)
Soort
Trimeresurus cardamomensis
Malhotra, Thorpe, Mrinalini & Stuart, 2011
Afbeeldingen Trimeresurus cardamomensis op Wikimedia Commons
Trimeresurus cardamomensis op Wikispecies
Portaal    Biologie
Herpetologie

Taxonomie en naamgeving

De soort werd voorheen als variatie van Cryptelytrops macrops beschouwd. Een studie uit 2011 kwam aan de hand van genetische en morfologische kenmerken en de kleur echter tot het besluit dat het een aparte soort is. Het geslacht Cryptelytrops wordt tegenwoordig niet langer erkend.[2] De soortaanduiding cardamomensis verwijst naar het Cardamomgebergte, de typelocatie.

Verspreiding en habitat

De soort komt voor in het zuidoosten van Thailand, het zuidwesten van Cambodja en mogelijk op eilanden in de buurt. Hij leeft er op hoogtes tot 800 m. Hij komt er voor in groenblijvende, half groenblijvende en mangrovewoud. Ze leven waarschijnlijk in de buurt van water.

Uiterlijke kenmerken

Trimeresurus cardamomensis is grasgroen met goudgele ogen. Hij heeft een steenrode staart, die korter is bij vrouwtjes. De zijkant heeft een witte streep die duidelijker is bij mannetjes dan bij vrouwtjes. Bij mannetjes loopt de streep door tot aan het oog. De bovenlip is iets doffer dan de rest van de bovenkant van het hoofd; een verschil dat vooral bij vrouwtjes opvalt. De huid tussen de schubben in helder blauw, soms met een zwarte band achteraan het lijf. De sublabiale en in mindere mate de supralabiale schubben zijn ook wat bedekt met dof blauw, meestal op de randen van de schubben. De meeste schubben op de onderkant van de kop zijn ook bedekt met de doffe blauwe kleur. Onderaan de kop zijn soms ook witte en groene vlekken op de schubben te vinden.

Mannetjes worden tot 50 cm lang, vrouwtjes worden mogelijk enkele centimeters langer. Er zijn echter te weinig gegevens bekend om hierover uitsluitsel te bieden.

Bronvermelding

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.