Trans-Cedron
Trans-Cedron was een Cellebroedersklooster te Venlo.
Trans-Cedron
| ||||
Interieur van de kloosterkerk, richting het zuidoosten | ||||
Land | ||||
Plaats | Venlo | |||
Coördinaten | 51° 22′ NB, 6° 10′ OL | |||
Religie | Rooms-Katholiek | |||
Kloosterorde | Alexianen, Begijnen, Zusters Franciscanessen, Annunciaten | |||
Gebouwd in | 1497 | |||
Uitbreiding(en) | 1618, 1892 | |||
Restauratie(s) | 1747, 1797, 1830, 1866, 1879 | |||
Gesloopt in | 1945 | |||
Architectuur | ||||
Architect(en) | Caspar Franssen | |||
Bouwmethode | Traditionalisme | |||
Bouwmateriaal | baksteen | |||
Diverse | ||||
Diverse | verwoest door brand in 1797 en 1866; platgebombardeerd in Tweede Wereldoorlog | |||
|
Ligging
Trans-Cedron lag aan de Kleyne Beeck in het Kloosterkwartier, zuidelijk van waar nu de Grote Beekstraat ligt. Het complex grensde met de achterzijde aan de zuidwestelijke stadsmuur en lag op de kop van de Nieuwstraat. Ten oosten van Trans-Cedron lag Klooster Mariaweide met haar tuinen. Trans-Cedron had een kloostertuin waaraan een tiendschuur lag. Het complex had circa 200 cellen waarvan een aantal later werd omgebouwd tot leslokalen, een ruime keuken en een dagkapel.
Geschiedenis
Trans-Cedron (letterlijk vertaald: over de beek) werd in 1497 aan de Nieuwstraat door cellebroeders gesticht als Cellebroedershuis. Dit huis werd in 1497 omgevormd tot een klooster van de Heilige Graforde. In 1599 gaf de bisschop van Roermond toestemming om het af te staan aan begijnen, die tot die tijd een klooster aan de Begijnengang bewoonden. Met de verhuizing traden deze begijnen toe tot de Orde der Franciscanessen en in 1614 namen zij de regels en kleding van de annunciaten aan. In 1618 bouwden deze zusters, geholpen door vele giften, een nieuw en groter klooster. Een groot deel van de voorgevel brandde in 1747 af door overslag van een brand in een nabijgelegen woonhuis. In 1866 woedde wederom een brand, dit maal in een nabijgelegen zoutziederij. Na overslag brandde het complex aan vier zijden af. Alleen de zuidelijke helft van de voorgevel bleef overeind staan.
De zusters vertrokken in 1797 uit het klooster, mede door het nieuwe bewind van de Fransen. Na hun vertrek werd het klooster als woning en pakhuis gebruikt. Tot 1825 bleef het in bezit van raadslid Johannes Lenssen. In 1830 werd het complex vervallen verklaard, waarna het in bezit kwam van raadslid Peter Jozef Berger-Mertz.
Het complex werd in 1879 gekocht door Duitse dominicanen die Düsseldorf ontvluchtten vanwege de door Otto von Bismarck gevoerde Kulturkampf. De Duitse kloosterorde breidde het complex in 1892 uit met een Collegium Albertinum dat tot de Tweede Wereldoorlog bleef bestaan. In deze oorlog, in 1944, werd het complex volledig verwoest, evenals klooster Mariaweide. In 1962 was het nieuwe klooster Mariaweide klaar, en de dominicanen namen in hetzelfde jaar hun intrek in de nieuwbouw.
Vlak bij de plek waar vroeger het klooster lag herinnert een straatje met de naam Aan Cedron aan het klooster.
Externe link
Zie de categorie Voormalig Klooster Trans Cedron (Venlo) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |
Bronnen, noten en/of referenties
|