Tour de Nesle

De Tour de Nesle was eertijds de populaire benaming voor een wachttorentje, gebouwd onder het bewind van Filips II van Frankrijk rond 1200, dat behoorde tot de oudste middeleeuwse stadsmuur van Parijs. Sinds de 15e eeuw ging het torentje in de verbeelding van de mensen een eigen leven leiden, als decor van een lugubere legende rond het losbandig gedrag van een Franse koningin.

Plakkaat waarop de locatie van de Tour de Nesle ten opzichte van het Collège des Quatre-Nations wordt geduid
De Tour de Nesle zoals voorkomend op een ets uit de 14e eeuw
Tekening van de Tour de Nesle met de porte de Nesle, als onderdeel van het hôtel de Nesle, uit 1856 zoals opgenomen in de Dictionnaire raisonné de l'architecture française du XIe au XIe siècle van Eugène Viollet-le-Duc
De Tour de Nesle, op de kaart van Truschet en Hoyau uit 1550 vermeld als Latour Nelle

De toren

De Tour de Nesle stond op de linkeroever van de Seine, tegenover het Louvre, daar waar nu de linkervleugel van het Collège des Quatre-Nations, het paleis van het Institut de France zich bevindt. Ook al werd hij in 1660 afgebroken, toch bleven er heel wat eigentijdse afbeeldingen van bewaard. Daaruit valt af te leiden dat hij een diameter had van ongeveer 9 tot 10 meter, en een hoogte van ongeveer 25 meter (inclusief de traptoren). Een zekere heer de Nesle bouwde er in de 13e eeuw een herenhuis (hôtel) tegenaan, waarvan de toren deel ging uitmaken. De Franse koning Filips de Schone kocht het hele Hôtel de Nesle in 1308 van Amaury de Nesle, waarna zijn zoon Filips V het in 1319 schonk aan zijn echtgenote Johanna. Deze liet het bij testament (in 1325) wéér verkopen ten voordele van het Collège de Bourgogne dat zij pas had gesticht als onderdeel van de universiteit van Parijs.

Volgens een hardnekkig verhaal, nadien nog verfraaid door de fantasie van onder meer Alexandre Dumas, lokte een wulpse en bloeddorstige koningin hier knappe studenten naar binnen, waarna zij zich aan hen vergreep en hun onherkenbaar verminkte lijken 's nachts in de rivier gooide. De enige koningin die echt in verband met deze legende kan worden gebracht is Johanna, de vrouw van Filips V. Zij heeft hier echt gewoond en afgaande op haar testamentaire beschikking was zij wel geïnteresseerd in studenten, maar niets wijst erop dat dit niet in eer en deugd gebeurde.

Ook komt de Tour de Nesle voor in enkele delen van de romanreeks Angelique van Annemarie en Serge Golon. Daarin heeft de hoofdrolspeelster haar toevlucht gezocht in de toren, die in gebruik is genomen door een boevenbende. Wanneer dit vergeleken wordt met de historische tijdlijn van het boek, dat zich afspeelt tussen het huwelijk van Lodewijk XIV van Frankrijk in 1660 en de geboorte van zijn oudste zoon Lodewijk van Frankrijk (1661-1711) in 1661, kan dit daar nooit hebben afgespeeld, omdat de toren al in 1660 was afgebroken.

Het zogenaamde "schandaal van de Tour de Nesle"

De legende werd mogelijk in het leven geroepen door en houdt verband met het – al dan niet vermeende – overspel waarop Johanna, haar zus Blanca en haar nichtje Margaretha werden betrapt in het laatste levensjaar van hun schoonvader Filips de Schone. Deze frivole en levenslustige prinsessen brachten in het Parijse hofleven weer een sfeer van vrolijkheid, die schril contrasteerde met de vrome en strenge levenswijze die de oude koning Filips de Schone erop na hield.

Een viertal jaar na hun huwelijk werden Margaretha en Blanca echter verliefd op de knappe tweelingbroers Gauthier en Philippe d'Aulnay. Allerlei geruchten deden de ronde aan het hof, maar niemand durfde de koning op de hoogte te brengen van de losbandigheid van zijn schoondochters, tot in april 1314 de bom barstte. Volgens sommige historici was het Isabella, dochter van Filips de Schone en koningin van Engeland, die haar schoonzussen verklikte en de zaak aan het rollen bracht. Isabella, bijgenaamd de Wolvin van Frankrijk, was zelf verbitterd door een ongelukkig huwelijksleven. Woedend liet de koning een onderzoek instellen, waarna de feiten nog moeilijk konden ontkend worden. Uit het onderzoek bleek ook dat de derde prinses, Johanna, minstens op de hoogte was. De koning reageerde furieus; zijn schoondochters werden alle drie in het openbaar vernederd en kaalgeschoren en daarna opgesloten; Margaretha en Blanca in het Kasteel Gaillard in Les Andelys, Johanna, in enigszins betere omstandigheden, in het kasteel van Dourdan.

Het lot dat de gebroeders d’Aulnay wachtte was ronduit gruwelijk. Zij bekenden schuld na zware folteringen en werden na een kort proces ter dood veroordeeld wegens majesteitsschennis. Het vonnis werd in het openbaar op beestachtige wijze uitgevoerd te Pontoise. Ook al was men in die dagen wel wat gewoon, toch werd er gefluisterd dat deze straf buiten alle proporties was. Voor Filips de Schone gold dit misdrijf echter niet alleen als een belediging voor zijn familie; het ondermijnde zijn dynastie, want hoe zou in de toekomst een koning gerespecteerd worden, aan wiens legitieme afkomst men kon twijfelen? Dit besef, gekoppeld aan het feit dat géén enkele van zijn zonen voor een mannelijke erfgenaam had gezorgd, moet de eigenliefde van de vrome koning erg gekwetst hebben.

Margaretha overleed onder verdachte omstandigheden in haar gevangenis, amper vier dagen voor haar echtgenoot Lodewijk X zou hertrouwen met Clementia van Hongarije. Zij had haar man enkel een dochter geschonken, de latere Johanna II van Navarra.

Blanca’s echtgenoot, de toekomstige koning Karel IV, die ondanks zijn vernedering erg op haar gesteld was, bleef het moeilijk hebben met haar gevangenschap. Beide echtgenoten schikten zich uiteindelijk naar de politieke noodzaak het huwelijk te ontbinden. Omdat er geen geldige reden voorhanden was voor de ongeldigheid van hun huwelijk – overspel was voor de Kerk onvoldoende reden – nam men zijn toevlucht tot juridische spitsvondigheden; omdat Karels schoonmoeder, Mathilde van Artesië, zijn doopmoeder was geweest (zijn "spirituele moeder") was zijn vrouw in zekere zin zijn "spirituele zuster". Dat volstond voor het Kerkelijk recht om het huwelijk ongeldig te verklaren. Blanca trad in het klooster te Maubuisson. Karel IV zou nog tweemaal trouwen, zonder echter een mannelijke erfgenaam te verwekken. Zo stierf met hem de rechtstreekse lijn van het Huis Capet uit.

Blanca’s zuster Johanna had iets meer geluk. Omdat er tegen haar nooit bewijzen gevonden waren voor overspel, kon men haar hoogstens ten laste leggen dat zij op de hoogte was geweest van het overspel van de andere twee prinsessen. Haar moeder, Mathilde van Artesië, greep dit argument aan om in de koninklijke familieraad voor haar eerherstel te pleiten. Ze kreeg dan ook na verloop van tijd haar plaats terug aan de zijde van haar echtgenoot Filips V. En dat terwijl uitgerekend zij, als eigenaar en bewoonster van de Tour de Nesle, de enige is naar wie de legende zou kunnen verwijzen. Ook Johanna schonk haar man "enkel" dochters.

Zie de categorie Tour de Nesle van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.