Tapijnkazerne

De Tapijnkazerne is een voormalige militaire kazerne in de Nederlandse stad Maastricht. Het ongeveer 6,3 hectare grote kazerneterrein aan de rand van de Maastrichtse binnenstad was als zodanig in gebruik van 1919 tot 2010. Het gebied wordt anno 2019 herontwikkeld.

Tapijnkazerne
Locatie
LocatieMaastricht, Jekerkwartier
Status en tijdlijn
Statusin herontwikkeling
Oorspr. functiemilitaire kazerne
Start bouw1916
Bouw gereed1919
Sluiting2010
Verbouwing1953
Architectuur
Bouwstijltraditionalisme
Bouwinfo
Eigenaargemeente Maastricht (grond), Universiteit Maastricht en provincie Limburg (gebouwen)
Erkenning
Monumentstatusrijksmonument
Monumentnummer506836
Portaal    Civiele techniek en bouwkunde

Ligging

De Tapijnkazerne ligt op een laaggelegen terrein aan de zuidzijde van het Maastrichtse stadscentrum in de buurten Jekerkwartier en Jekerdal. De westelijke begrenzing wordt gevormd door de rivier de Jeker en het Aldenhofpark; de oostelijke begrenzing door de Sint Hubertuslaan. Het terrein wordt in tweeën gedeeld door de drukke Prins Bisschopsingel. Op het noordelijk deel, grenzend aan het Stadspark Maastricht, staan de voormalige kazernegebouwen. Op het zuidelijk deel, grenzend aan het Jekerpark, liggen de sportterreinen.

Geschiedenis

De Tapijnkazerne is gebouwd in het gebied De Kommen (Maastrichts: De Koompe), tot 1867 onderdeel van het inundatiegebied in de Lage Fronten, de laaggelegen buitenwerken van de vestingstad Maastricht langs de rivier de Jeker, die bij belegeringen onder water gezet konden worden. In 1864 werd dit gebied als oefenterrein ter beschikking gesteld aan de cavalerie, die gelegerd was in de nabije Bonnefantenkazerne (in het voormalige Bonnefantenklooster).

Toegangspoort

Kazerne

Na slechting van de vestingwerken werd hier vanaf 1916 door het Ministerie van Oorlog een kazerne met dienstwoningen voor de commandant, de hoofdofficieren en de fortificatieopzichter gebouwd. Voor de bouw van de kazerne moest een Jekerarm worden gedempt. De vroegere loop van de rivier is nog terug te vinden in de vorm van een weg tussen de ziekenboeg in het noorden en de rest van het kazerneterrein. Pas in 1934 werd de kazerne vernoemd naar de Lotharingse legeringenieur Sebastiaan Tapijn, die de verdediging van Maastricht leidde tijdens het Beleg van Maastricht (1579).

In 1927 werd op het voorterrein van de kazerne het uit 1841 daterende monument van generaal Dibbets onthuld, dat vanwege de industriële expansie aan de noordzijde van Maastricht niet langer op zijn oorspronkelijke standplaats kon blijven. In 1953 werd de kazerne uitgebreid met onder andere een nieuw kantinegebouw.

De kazerne was achtereenvolgens in gebruik als opleidingscentrum voor het 13e regiment infanterie (1919-40), legerplaats voor de Duitse bezetters (1940-44), commandocentrum van het Amerikaanse 9e Leger (1944-45),[1] opleidingscentrum voor troepen voor Indonesië (1945-50), kazerne Regiment Mortieren Menno van Coehoorn (1950-53), kazerne Regiment Infanterie Menno van Coehoorn en Regiment Infanterie Chassé (1953-67) en kazerne voor verbindingseenheden AFCENT (1967-2007).[2] In oktober 2010 verlieten de laatste NAVO-militairen de Tapijnkazerne.

Voormalige officiersmess, tijdelijk gebouw Kennistechnologie UM
Het terrein vanaf de Nieuwenhofwal
Tapijntuin voor stadslandbouw

Universiteitscampus

Op 1 oktober 2013 werd het terrein van de Tapijnkazerne door de Nederlandse staat overgedragen aan de gemeente Maastricht, die vervolgens een deel van de gebouwen overdroeg aan de provincie Limburg, die zich op haar beurt verplichtte deze aan te bieden aan de Universiteit Maastricht (UM). Enkele maanden eerder was de voormalige kazerne via de Crisis- en herstelwet aangewezen als flexibel project, waardoor de gemeente Maastricht meer tijd kreeg om tijdelijke gebruikers te zoeken voor de gebouwen, totdat de universiteit in staat zou zijn de gebouwen te kopen, waarvoor een termijn van tien tot vijftien jaar was gepland.[3] Een aantal gebouwen werd antikraak bewoond. Andere gebouwen werden/worden tijdelijk gebruikt door niet-universitaire organisaties. Zo is gebouw W (de vroegere garageloods) in gebruik als toonzaal en werkplaats voor vak- en ambachtslieden van de stichting Het Werkgebouw. Loods M wordt gebruikt door het amateurkunstcollectief Tout Maastricht. In gebouw T, de vroegere manschappenkantine, is de tijdelijke Brasserie Tapijn gevestigd.

De bedoeling van meet af aan was om de negen monumentale gebouwen te behouden en deze geleidelijk door de universiteit, naar behoefte, te laten invullen met onderwijs- en onderzoeksfuncties. Aanvankelijk werd ook de mogelijkheid opengelaten voor woonfuncties. De niet-monumentale gebouwen mochten door de universiteit worden gesloopt en herbouwd. Anno 2020 zijn diverse gebouwen op het kazerneterrein in gebruik door de UM. In gebouw Z (de voormalige officiersmess) is de opleiding Kennistechnologie ondergebracht, in gebouw X worden studenten op weg geholpen om startende ondernemers te worden en in loods V zijn flexibele werkplekken ingericht.[4] Het hoofdgebouw aan de Prins Bisschopsingel is na een ingrijpende verbouwing en deels ondergrondse uitbreiding in 2020 in gebruik genomen als studieruimtes ('UM Learning Spaces').[5]

Stadspark

Het noordelijk deel van het terrein is door de gemeente Maastricht, blijvend eigenaar van de grond (circa 4,4 hectare), openbaar toegankelijk gemaakt en toegevoegd aan het Stadspark. Een deel van de bebouwing, met name de niet-monumentale werkplaatsen en garages, is gesloopt. Hiermee is de parkengordel aan de zuidzijde van het centrum vanaf de Maasoever tot aan het nieuwe Jekerpark gecompleteerd.[6]

Sportveld Tapijnkazerne

Al in 2014 werden in dit gebied een fietspad en enkele wandelpaden opengesteld. Eveneens in 2014 werd in de noordwesthoek van het terrein een biologische stadsmoestuin gerealiseerd, de 'Tapijntuin'. Voor het voormalige militaire sportterrein aan de zuidzijde van de Prins Bischopsingel, ook wel 'De Koompe' genoemd, zijn nog geen duidelijke plannen. Hier vond afgelopen jaren het festival Bruis plaats. Er bestaan plannen om ter hoogte van de Prins Bisschopsingel een nieuwe (gelijkvloerse) fiets- en voetgangersverbinding tussen Stadspark en Jekerpark te realiseren, in de toekomst te vervangen door een brug of tunnel. Het plan om een parkeergarage te bouwen onder een deel van het terrein werd na protesten van omwonenden ingetrokken.[7]

In 2017 werd een begin gemaakt met de herinrichting van het nieuwe parkdeel, waarbij ook de dierenweide ('hertenkamp') werd vernieuwd. De damherten, moeflons en andere dieren, die tijdelijk waren overgeplaatst naar de buitenplaats Vaeshartelt, keerden in 2020 naar het Stadspark terug.[8] In 2023 moet de vernieuwing van het parkgebied zijn afgerond.[9]

Beschrijving gebouwen en monumenten

Rijksmonumenten

Het kazernecomplex is ingericht met paviljoenachtige gebouwen, die alle een eigen functie hadden. Deze bouwwijze was tussen 1910 en 1940 gebruikelijk voor grotere gebouwencomplexen.[10] De belangrijkste gebouwen zijn gerangschikt langs een noordzuidas (aan de Sint-Hubertuslaan) en een oostwestas (aan de Prins Bisschopsingel).[11] Op het snijpunt van beide assen bevindt zich bij de hoofdingang een wachtgebouw in traditionele bouwtrant met een markante toren op de zuidoosthoek. Het gebouw, sinds 1997 een rijksmonument, is in 1917 ontworpen door de "Kapitein Eerstaanwezend Ingenieur der Genie van het Eerste Genie Commandement te Breda" (waarvan de naam niet bekend is). Het gebouw is opgetrokken in baksteen met een zandstenen lijst boven de plint, zandstenen torendecoraties en een zandstenen Florentijnse boog rond de hoofdentree. In het westelijk deel bevond zich een cellencomplex; de ramen van dit deel zijn van tralies voorzien. De vierkante traptoren met drie uurwerken heeft een ingesnoerde torenspits met een smeedijzeren windvaan in de vorm van een Nederlands wapenschild. Aan de noordgevel hangt een oude luidklok uit 1771.[12]

Langs de westzijde van de Sint Hubertuslaan liggen drie dienstwoningen uit 1919, die alle drie in de loop der jaren zijn verbouwd en uitgebreid. Desalniettemin zijn deze (dubbele) villa's elk afzonderlijk als rijksmonument aangemerkt.

Gemeentelijke monumenten

Hoofdgebouw na verbouwing in 2020

Het hoofdgebouw aan de Prins Bisschopsingel bestaat uit een U-vormig complex rondom een rechthoekig plein, de voormalige exercitieplaats. De vorm van het gebouw doet enigszins denken aan het corps de logis van een buitenplaats. In de drie gebouwen waren instructielokalen en logementen ondergebracht. Tussen dit complex en het wachthuis ligt het voormalige kantinegebouw uit 1919 met een eetzaal voor officieren en de kantines voor de onderofficieren en manschappen, later bibliotheek. Aan de zuidzijde hiervan liggen twee hardstenen trappen van elk vier treden, die afkomstig zijn van de cordonlijsten die op de bovenrand van de vestingmuur hebben gelegen. Tussen de oude kantine en het hoofdgebouw ligt het voormalige latrinegebouw uit 1919. Aan de noordzijde van het terrein ligt een kantinegebouw met twee vleugels, ontworpen door architect P. de Ruiter in 1953. Bij werkzaamheden in 2019 werd de resten van twee schuilkelders ontdekt, die dateren uit de stichtingstijd van de kazerne.[13] De hekwerken en pylonen die het kazerneterrein omheinen en het schildwachthuisje bij de toegang nabij het wachthuis zijn ook opgenomen in de gemeentelijke monumentenlijst.

Niet-monumentale gebouwen

Een aantal andere bouwwerken op het terrein van de Tapijnkazerne, die geen monumenten zijn, zullen vermoedelijk verdwijnen. Tussen het hoofdgebouw en het wachtgebouw ligt een tankstation uit de jaren 1950. Op het terrein is tevens een bunker aanwezig, die als monument van de koude oorlog mogelijk bewaard zal blijven. Onder de Prins Bisschopsingel loopt een smalle, niet openbaar toegankelijke voetgangerstunnel, in gebruik gesteld op 19 december 1966, die het sportterrein aan de zuidzijde van de weg verbindt met het hoofdterrein.[14]

Cenotaaf Dibbets

De cenotaaf bij de Boschpoort, 1857

Op het voorterrein van het hoofdgebouw aan de Prins Bisschopsingel staat de cenotaaf voor generaal Bernardus Johannes Cornelis Dibbets (1748-1839), van 1832 tot 1839 opperste bevelhebber van de vesting Maastricht. De bij sommige Maastrichtenaren zeer gehate generaal, die verantwoordelijk werd gehouden voor de Blokkade van Maastricht (1830-1833) en de daaruit voortvloeiende aansluiting van Maastricht en Nederlands-Limburg bij het Koninkrijk der Nederlanden, had in 1841 een eervolle laatste rustplaats gekregen op een bastion voor de Boschpoort in de Nieuwe Bossche Fronten, dat daarna Bastion Dibbets werd genoemd.

Het grafmonument is in 1840 of 1841 door de beeldhouwer Le Compte vervaardigd, waarschijnlijk in opdracht van koning Willem I. Het monument uit zwarte ijzerplaat is 250 cm hoog, 140 cm breed, op een 40 cm hoog bordes van hardsteen en met een smeedijzeren hek omgeven. Op de voorzijde staat de tekst: Luitenant-generaal baron Dibbets, opperbevelhebber dezer vesting 1830-1839; aan de achterzijde: Overleden de 29ste maart 1839 in de ouderdom van 56 jaar; op de rechterzijde: Hulde van echtgenote en kinderen; op de linkerzijde: De koning schonk hem deze eereplaats ter rust.[15] Waarschijnlijk was het monument oorspronkelijk een grafmonument, opgericht boven het daadwerkelijke graf van Dibbets. De tekst wijst hierop en in 1873 zou bij de sloop van het bastion de kist nog zijn aangetroffen.[16] In 1927 werd het monument vanwege de uitbreiding van diverse industrieën in dit deel van de stad verplaatst naar de Tapijnkazerne. Daarbij werd het graf van Dibbets niet aangetroffen. Het huidige monument is daarom een cenotaaf, een grafloos monument.[17]

Trivia

  • In 1954 werd in de kazerne een verbod uitgevaardigd om Limburgs te spreken "in aanwezigheid van personen die dit dialect niet verstaan c.q. spreken".[18]
Zie de categorie Tapijnkazerne (Maastricht) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.