Stretching

Stretching (Engels voor rekken) ook rekken en/of strekken genoemd, is het op een voorzichtige manier rekken van een spiergroep om de lenigheid van de betreffende spiergroep te trainen en te verbeteren. Ook wordt stretching gebruikt ter bevordering van revalidatie en het voorkomen van blessures. Bij acute kramp wordt de getroffen spier gestretcht om de kramp tegen te gaan. Bij stretching worden vaak ook de pezen meegestretcht.

Een actieve, op een natuurlijke wijze, stretchende Siberische tijger

Verend rekken is een oude vorm van 'stretching' en wordt tegenwoordig nog nauwelijks toegepast. Aanbevolen wordt om tussen de 8 en 15 seconden te stretchen, maar tegenwoordig wordt ook aanbevolen een spiergroep langer, tot wel 30 seconden, te stretchen, waarbij de intensiteit van de stretch al dan niet toeneemt en men iets verder probeert te stretchen.

Bij veilig stretchen wordt de pijngrens niet of nauwelijks overschreden, uitgezonderd bij ervaren atleten die de laatste paar seconden van een stretch nog even extra ver stretchen. Soms wordt de pijngrens lichtelijk bereikt om zodoende goed te stretchen.

Evenwichtig stretchen

Afhankelijk van de bedoeling van het stretchen is het over het algemeen raadzaam het gehele lichaam te stretchen waarbij er bij bepaalde sporten iets meer aandacht aan een bepaalde spiergroep wordt besteed. Bij hardlopers zijn dit vooral de kuiten, de hamstrings en de quadriceps en bij een judoka dezelfde spieren met daarbij ook stretchoefeningen voor het bovenlichaam.

Evenwichtigheid is belangrijk. Vaak moet men de tegengestelde spiergroep ook stretchen voor een optimaal resultaat en om blessures te voorkomen. Zie ook: Agonistische en antagonistische spieren

De bekendste stretch is de "hamstring stretch", waarbij de hamstrings, aan de achterzijde van de bovenbenen, maar ook de onderrug worden gestretcht. Vroeger werd deze vaak verend en staand uitgevoerd, maar het moderne stretchen is zoals hierboven beschreven een langer durende beweging. Deze stretchoefening wordt tegenwoordig vaak met één been tegelijk uitgevoerd, of bijvoorbeeld zittend op de vloer in spreidzit, met allerlei variaties.

Stretchen is vaak een onderdeel van de warming-up van een sport en soms een onderdeel van de cooling-down van een sport.

Stretching als gehele lichaamstraining

De Zweed Sven A. Sõlveborn combineert in zijn boeken stretching met weerstandstraining van het lichaam zelf. Eerst beveelt hij tussen de 15 en 25 seconden spanning van een spiergroep aan (isotensie), bijvoorbeeld de elleboog tegen de muur duwen, waardoor men kracht zet met voornamelijk de triceps van een arm, waarbij de kracht en deels ook het uithoudingsvermogen getraind worden, vervolgens eenzelfde tijd aan rust en daarna eenzelfde tijd aan stretching. Zo zijn er voor iedere spiergroep meerdere krachtoefeningen, waarbij geen hulpmiddelen (zoals gewichten) nodig zijn en bestaan er voor iedere spiergroep meerdere stretchoefeningen.

Sõlveborn beweert dat deze combinatie van spanning, ontspanning en stretching, de effectiefste vorm van stretching is en ziet het, in combinatie met conditietraining, zoals joggen, als een totaal trainingsprogramma (vergelijkbaar met fitness) voor het gehele lichaam.

Natuurlijke manier van stretchen

Op natuurlijke wijze passen veel mensen en ook dieren stretching toe. Bijvoorbeeld het lekker uitrekken als men net wakker wordt. Ook ter ontspanning wordt stretching toegepast zoals dat bijvoorbeeld bij yoga gebeurt of sommige mensen doen het tussen het werk door als ze zich gespannen voelen.

Stretchend team.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.