Samaria (stad)

De stad Samaria (Hebreeuws: שומרון Sjomron; Oudgrieks: Σαμάρεια Samáreia; Arabisch: السامرة as-Samira) was de residentie van de koningen van het oude koninkrijk Israël (het zogenaamde 10-stammenrijk), gelegen in het huidige Palestina op de Westelijke Jordaanoever. De stad werd ca. 879 v.Chr. op de hoogste heuvel uit de omgeving gesticht door koning Omri en uitgebreid door diens zoon Achab[1] Bij opgravingen is onder meer diens befaamde ivoren paleis gevonden.

Samaria

Situering
Coördinaten32° 9 NB, 35° 16 OL
Foto's
Straat met zuilen, overblijfselen van de stad Samaria (1925)
Portaal    Archeologie
Sebastia/Samaria. De (origineel 25 meter hoge) basis van de Augusteum tempel op de top van de Samaria-heuvel

Koning Shalmanesar V van het Assyrische Rijk belegerde Samaria van 724-722 v.Chr., maar overleed tijdens het beleg (722 v.Chr.). Zijn zoon Sargon II volgde hem op en nam de stad in (720 v.Chr.). Dat luidde de definitieve val van het 10-stammenrijk in, waarna het koninkrijk een provincie van het Assyrische Rijk werd met Samaria als provinciehoofdstad. In later tijd is de stad herbouwd. Herodes de Grote gaf de stad de naam Sebaste, om daarmee keizer Augustus te eren.

De ruïnes van Samaria/Sebaste liggen nabij of in de huidige Palestijnse plaats Sebastia in Nablus.

Zie ook

Samaritanen

Zie de categorie Samaria van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.