Herodes de Grote

Herodes I de Grote (ca. 73 v.Chr.Jericho, 4 v.Chr.[1][2]), gedurende de middeleeuwen bekend onder de naam Herodes Ascalonita[3] om hem te onderscheiden van Herodes Antipas en Herodes Agrippa, die ook een rol spelen in de wereld van het Nieuwe Testament, was een vazalkoning onder de Romeinen over (delen van) Judea (37 v.Chr. - 4 v.Chr.). Hij was heerser ten tijde van de geboorte van Jezus en was de eerste en belangrijkste koning binnen de Herodiaanse dynastie.[4]

Herodes I de Grote
ca. 73 v.Chr.4 v.Chr.
Vazalkoning van Judea
Periode37 v.Chr. - 4 v.Chr.
VoorgangerHyrkanus II
OpvolgerHerodes Archelaüs, Herodes Antipas en Filippus
VaderAntipater
MoederCypros
Koperen munt uit de tijd van Herodes de Grote

Herodes was een zoon van Antipater en Cypros. Herodes wordt ook wel Herodes de Bouwer genoemd. Hij liet onder andere de haven van Caesarea aanleggen en de tweede tempel te Jeruzalem restaureren. Veel van wat over zijn leven, familie en regering bekend is, is overgeleverd door de historicus Flavius Josephus. Op zijn werken zijn ook de data van zijn geboorte en overlijden gebaseerd. Anderen houden vast aan het traditionele jaar van overlijden van 1 v.Chr.[5][6][7][8][9] Zelfs 1 na Christus wordt genoemd, gebaseerd op het feit dat Josephus een totale maansverduistering tijdens Herodes' regering dateert.

Herodes' weg naar het koningschap

Het rijk van Herodes de Grote

In de ruim honderd jaar voorafgaand aan Herodes' regering werd het gebied geregeerd door de Hasmoneeën (die de ambten van koning en hogepriester combineerden). In 63 v.Chr. maakte de Romeinse generaal Pompeius echter een einde aan het zelfstandig Hasmonees bestuur en werd Judea (waartoe ook Idumea en Samaria gerekend werden) een vazalstaat van de Romeinen. Deze werd bestuurd door Hyrcanus II, die optrad als hogepriester en later ook de titel ethnarch mocht voeren. In deze periode was Herodes' vader Antipater gouverneur van Idumea en adviseur van Hyrcanus. Mede doordat Hyrcanus een niet erg daadkrachtige persoonlijkheid had, nam Antipaters politieke invloed steeds meer toe. Steeds meer betrok Antipater ook zijn zonen Herodes en Phasaël bij politieke en militaire acties.

Antipater en zijn zonen steunden de Romeinen onvoorwaardelijk. Toen Julius Caesar in 48 v.Chr. ingreep in de strijd rondom de Egyptische troonopvolging (zie bij Cleopatra VII), was zijn succes mede te danken aan Antipater die snel met een leger ter plaatse was. Als dank werd Antipater benoemd tot procurator over Judea. Herodes en Phasaël ontvingen de titel tetrarch. Herodes werd bovendien benoemd tot gouverneur van Galilea, ondanks het feit dat hij nog maar 25 jaar oud was. Daarbij had hij de steun van Rome, maar het Sanhedrin maakte bezwaar tegen zijn buitengewone wreedheid. In 43 v. Chr. bood Antipater financiële steun aan degenen die Julius Caesar hadden vermoord. Antipater werd vergiftigd. Herodes executeerde met steun van het Romeinse leger degene die zijn vader vermoord had. Na de slag bij Philippi, eind 42 v. Chr., wist hij Marcus Antonius en Octavianus ervan te overtuigen dat men zijn vader gedwongen had om Caesars moordenaars te helpen. Herodes kreeg hierna de titel tetrarch van Galilea van de Romeinen.

Intocht in Jeruzalem in 36 v.Chr.
(door Jean Fouquet)

De directe aanleiding voor Herodes' koningschap was echter de staatsgreep (met hulp van de aartsvijand van Rome, de Parthen) van Antigonus in 40 v.Chr., die het Hasmonese rijk probeerde te herstellen (Antipater was toen reeds gestorven). Hyrcanus werd gevangengenomen en zou later geen politieke rol meer spelen. Phasaël werd ook gevangengenomen en pleegde in gevangenschap zelfmoord. Herodes wist echter aan Antigonus te ontkomen en vertrok naar Rome.

De Senaat maakte hem bij die gelegenheid Koning der Joden met de hartelijke instemming van zowel Marcus Antonius als Octavianus.[10] Herodes keerde terug naar Judea om zijn koninkrijk van Antigonus af te nemen en hij trouwde tegelijkertijd met Mariamne, het tienernichtje van Antigonus, in een poging de troon over te nemen en de gunst van de Joden te winnen. Herodes was echter al getrouwd met Doris en had een zoontje van drie jaar oud, Antipater, die hij verstootte. Drie jaar later, in 37 v. Chr., namen Herodes en de Romeinen Jeruzalem in en werd Antigonus terechtgesteld. Herodes had nu de macht over heel Judea en droeg de titel basileus, (Gr. Βασιλευς), koning. Ook werden andere Joodse gebieden, die voorheen tot het Hasmonese rijk hadden behoord, aan Judea toegevoegd, zodat Herodes regeerde over een gebied dat in omvang vergelijkbaar was met de omvang van het Hasmonese rijk vanaf de tijd van Alexander Janneüs.

Herodes en het hogepriesterschap

Eerdere heersers uit de dynastie van de Hasmoneeën bekleedden naast het koningschap ook het ambt van hogepriester. Voor Herodes was dat vanwege zijn Idumeese afkomst niet mogelijk. Hij was dan ook gedwongen een hogepriester te benoemen van buiten zijn eigen familie. Dit was voor Herodes niet zonder risico, aangezien de hogepriester een grote invloed had op de publieke opinie en ook op politiek vlak een belangrijke factor was. Om te voorkomen dat de macht van de hogepriester te groot zou worden, behield Herodes zich het recht voor niet alleen een hogepriester te kunnen benoemen, maar deze ook te kunnen afzetten als dat in zijn ogen nodig was. Ook Herodes' opvolgers volgden deze politiek, zodat er in de Herodiaanse periode vele verschillende hogepriesters zijn geweest (zie de Lijst van Hogepriesters in de Herodiaanse periode).

Herodes' bouwwerken

Tempelberg ten tijde van Herodes

Herodes stond bekend als een groot bouwer, waarbij hij zich duidelijk liet inspireren door de Romeinse architectuur. Dit is goed te zien in het door hem gebouwde Caesarea. Hij bouwde hier verschillende typisch Romeinse gebouwen, zoals een amfitheater, een hippodroom en een aquaduct. Ook zijn paleis in Caesarea heeft diverse typisch Romeinse kenmerken. Deze kustplaats werd dan ook al zeer snel het grote centrum van het oostelijk deel van het Romeinse Rijk.

Behalve de stad Caesarea heeft Herodes een aantal andere steden gesticht of hersticht, waaronder Sebaste, Antipatris en Phasaëlis. Ook bouwde hij voor zichzelf paleizen in Herodion, Jeruzalem en een winterpaleis bij Jericho en versterkte hij diverse burchten. De belangrijkste burcht was Masada, een vesting op een plateau bij de Dode Zee. Deze vesting was bijna niet in te nemen, omdat het plateau waarop het lag erg hoog was, en er maar één weg omhoog leidde, en dat was via een smal, steil slangenpad. Voordat iemand boven was was die allang neergeschoten door het grote aantal Romeinse soldaten dat daar was geplaatst. Een andere burcht die hij liet bouwen was de burcht Antonia, die naast de Tempel in Jeruzalem lag. Deze burcht werd vooral gebruikt om de stad Jeruzalem in de hand te houden. Deze lag ook naast de Tempel om bij rellen op het Tempelplein snel te kunnen ingrijpen.

Herodes' belangrijkste bouwactiviteit tijdens zijn regering was de verfraaiing van de Tempel in Jeruzalem. Van ca. 19 v.Chr. tot 9 v.Chr. werd er zeer intensief aan de renovatie en uitbreiding van de tempel gewerkt, maar het duurde nog enkele decennia voor uiteindelijk al Herodes' plannen verwezenlijkt waren (Herodes zelf was toen al lang overleden).

Populariteit

Herodes was een bekwaam bestuurder, en bleef de keizerlijke macht in Rome zijn hele leven trouw. Hij was erg populair bij keizer Augustus, maar bij de Joden was zijn populariteit ver te zoeken. Dat kwam doordat hij niet uit het land Judea kwam en geen Joodse ouders had, waardoor hij een vreemdeling bleef bij de Joden. Zelfs zijn huwelijk met de Hasmonese prinses Mariamne kon hierin geen verandering brengen. Ook werkte Herodes zeer nauw samen met de Romeinen, wat de Joden hem bijzonder kwalijk namen, omdat de Romeinen de bezetters waren van Judea. Door de grote geschenken die Herodes aan andere vazalkoningen en aan hooggeplaatste Romeinen (in het bijzonder de keizer) schonk, was de belastingdruk op zijn Joodse onderdanen erg hoog.

Herodes stond bekend als zeer gewelddadig en sloeg geregeld opstanden hard neer. Ook liet hij 45 leden van de joodse Hoge Raad vermoorden, omdat die een plan van Herodes tegenwerkten. Maar de Joden namen het Herodes het meest kwalijk dat hij een schild met een afbeelding van een Romeinse adelaar boven de ingang van de tempel had bevestigd. Het voor de Joden meest heilige gebouw droeg hierdoor het symbool van de Romeinse overheersing, wat door Joden niet alleen als een vernedering werd ervaren, maar ook als godslastering omdat de Tien geboden het maken van afbeeldingen van mens en dier verbieden.

Na enkele jaren werd Herodes zo gehaat dat hij zich nergens meer veilig voelde. Hij wantrouwde iedereen die een gevaar voor hem kon zijn en was constant op zijn hoede voor een mogelijke staatsgreep. Veel Joden in hoge posities kwamen vroeg of laat onder verdenking te staan, meestal onterecht. Zelfs liet Herodes sommigen van zijn eigen familieleden terechtstellen, waaronder zijn eerste vrouw, een aantal leden van zijn schoonfamilie en drie van zijn zoons (zie hieronder). Toen keizer Augustus dit hoorde, sprak hij volgens de overlevering: "Je kunt beter Herodes' varken zijn, dan zijn zoon."

Herodes wilde dat het hele land in rouw gedompeld was bij zijn dood. Daarom gaf hij opdracht van iedere familie één vertegenwoordiger in het hippodroom te brengen en te doden, als hij gestorven was. Zijn zuster Salomé I liet echter, nog vóór Herodes stierf, deze onschuldige mensen weer vrij.[11]

Herodes in het Nieuwe Testament

De magiërs voor Herodes
De kindermoord in Betlehem door Matteo di Giovanni

Volgens het Evangelie volgens Matteüs werd Jezus geboren tijdens de laatste jaren van Herodes' leven. Herodes had van wijzen uit het oosten vernomen dat de nieuwe koning der Joden in Bethlehem geboren was. Herodes, die voortdurend beducht was voor mogelijke bedreigingen van zijn heerschappij, liet toen voor alle zekerheid alle jongetjes van twee jaar oud en jonger uit deze plaats vermoorden, de zogenoemde kindermoord van Bethlehem. Jozef en Maria waren echter, na in een droom gewaarschuwd te zijn, met Jezus gevlucht naar Egypte. Pas na de dood van Herodes de Grote keerden zij uit Egypte terug.

Lucas in zijn evangelie noch Flavius Josephus in zijn uitgebreide beschrijving van Herodes de Grote, maakt melding van de kindermoord te Bethlehem. Dit is reden waarom onder historici grote twijfel bestaat over de historische feitelijkheid van de gebeurtenis. Wel beschrijft de schrijver Macrobius (ca. 400 n.Chr.) deze gebeurtenis in zijn boek Saturnalia, boek 2, hoofdstuk 4.11.[12]

Op grond van het evangelie van Matteüs dateert men de geboorte van Jezus kort voor het jaar 4 v.Chr. (meestal 6 v.Chr.).

Herodes' huwelijken en nakomelingen

Herodes had minstens tien vrouwen, bij wie hij veel zonen en dochters kreeg. Flavius Josephus noemt de volgende vrouwen van Herodes:

  • Doris, een Idumeese vrouw met wie Herodes reeds gehuwd was vóór hij koning werd. Bij haar kreeg hij Antipater, die hij kort voor zijn eigen dood liet ombrengen omdat hij hem verdacht van een samenzwering. Hij verstootte Doris en Antipater in 40 v.Chr., toen hij met Mariamne trouwde. Antipater was toen drie jaar oud; later haalde Herodes hem weer terug. In 4 v.Chr. werd hij terechtgesteld; omdat hij tegen zijn vader had samengespannen.
  • Mariamne I, een Hasmonese prinses, een tiener nog toen hij in 40 v.Chr. met haar huwde toen hij koning werd. Na verdachtmakingen van Herodes' zuster Salomé liet hij Mariamne echter ter dood brengen (29 v.Chr.). Mariamnes zoons Alexander en Aristobulus, die vanwege hun Hasmonese afkomst zeer populair waren, wachtte in 7 v.Chr. hetzelfde lot.
  • Mariamne II, de dochter van Simon ben Boëthus, die om de bruid wat meer stemming te geven, tot hogepriester werd benoemd. Mariamne had één kind: Herodes Filippus. Herodes verstootte haar toen ze in 4 v.Chr. bleek te weten van het complot van Antipater.
  • Malthace, uit een Samaritaanse familie. Haar zoons Herodes Archelaüs en Herodes Antipas kregen na Herodes' dood beiden het bestuur over een belangrijk deel van Herodes' rijk. Verder kreeg Herodes bij Malthace een dochter, genaamd Olympias.
  • Cleopatra, afkomstig uit een belangrijke familie in Jeruzalem. Haar zoon Filippus kreeg na Herodes' dood het bestuur over de noordoostelijke delen van het rijk.
  • Pallas, bij wie hij een zoon kreeg die hij Phasaël noemde, naar zijn overleden broer.
  • Phaedra, bij wie hij een dochter had met de naam Roxanne.
  • Elpis, bij wie hij een dochter had met de naam Salomé.
  • 2 nichten van Herodes, van wie de namen niet vermeld zijn. Beiden hadden geen kinderen.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Antipater
 
Kypros
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Costobarus
 
Salomé I
 
 
 
 
 
 
Phasaël I
 
 
 
 
 
Jozef
 
Pheroras
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Doris
 
 
 
Mariamne I
 
 
 
 
 
 
 
 
Herodes de Grote
 
 
 
 
 
 
Mariamne II
 
 
 
 
 
 
Malthake
 
 
 
Cleopatra
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Alexander
 
 
Aristobulus IV
 
Berenike
 
 
Antipatros
 
Kypros
 
Phasaël II
 
Salampsio
 
 
Jozef
 
Olympias
 
 
Herodes Archelaüs
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Antipatros
 
 
Mariamne
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Herodes Agrippa I
 
Kypros
 
Herodes Filippus
 
Herodias
 
Herodes Antipas
 
Aristobulus
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Mariamne
 
Herodes van Chalkis
 
Julia Berenice
 
Drusilla
 
Herodes Agrippa II
 
Aristobulus van Chalkis
 
Salomé II
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Filippus
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Berenicianus
 
Hyrcanus
 
Markus
 
Antonia
 
Herodes
 
Agrippa
 
Aristobulus

Dood, begrafenis en graf

De in Herodion gevonden sarcofaag, tentoongesteld in het Israëlmuseum in Jeruzalem

Het laatste levensjaar van Herodes was volgens Flavius Josefus een aaneenschakeling van pijnlijke en hinderlijke ziekten. Een poging tot zelfdoding, enkele dagen voor zijn overlijden, werd verhinderd door zijn neef Achiabus.[13] Eusebius van Caesarea beschreef dit, Flavius citerend, in zijn "Kerkgeschiedenis".[14] Herodes stierf in het voorjaar van 4 v.Chr.[2] in zijn winterpaleis bij Jericho.[15] Op zijn uitdrukkelijke wens werd hij echter begraven in Herodion, een van Herodes' paleizencomplexen. Volgens Flavius Josephus was het een begrafenis met veel pracht en praal.[16]

Op 8 mei 2007 maakte de archeoloog Ehud Netzer van de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem bekend dat het graf van Herodes bij opgravingen inderdaad gevonden is nabij Herodion, dicht bij de Joodse nederzetting Gush Etzion en zo'n 12 kilometer ten zuiden van Jeruzalem. In het graf werd een in meer dan 100 stukken gebroken sarcofaag gevonden die vermoedelijk reeds omstreeks 66 en 71 na Christus, tijdens de Joodse Opstand, beschadigd raakte. De vondst van het graf werd door kolonisten aangegrepen als 'nieuw bewijs voor de historische band van het Joodse volk' met de plaats.[17]

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.