Rummen

Rummen (in het Frans Rumines) is een deelgemeente van de gemeente Geetbets in het uiterste oosten van Vlaams-Brabant (België).

Rummen
Deelgemeente in België

Situering
Gewest Vlaanderen
Provincie Vlaams-Brabant
Gemeente Geetbets
Coördinaten50° 54 NB, 5° 10 OL
Algemeen
Hoogte29 m
Overig
Postcode3454
Netnummer011 - 013
Detailkaart

Portaal    België
Sint-Ambrosiuskerk

Geschiedenis

Romeinen

Rummen werd in de Romeinse tijd als Romium, Romus of Rommus vermeld (deze plaatsnaam werd hoogstwaarschijnlijk afgeleid van Rome).

De Romeinen hadden te Rummen, aan de oevers van de Melsterbeek, enkele versterkte legerkampen (of een Romeinse vesting) opgebouwd waaruit ze regelmatig slag moesten leveren tegen een opstandige en overigens overwonnen Gallische stam, de Betasiërs genaamd: deze volksstam woonde in de omgeving van de huidige rivieren Demer, Velp, Grote Gete, Kleine Gete en Herk (zie Galliërs of zie Walsbets te Landen, Geetbets en/of Betekom).

Vandaag zijn er nog duidelijk sporen in de gemeente die dateren van die tijd, zoals de Rome(r)straat, het Rome(r)veld, het Rome(r)bos en er is een oude hoeve die reeds eeuwen de naam Romen draagt.

Middeleeuwen

Rummens oudste naamsvermelding als dorpje met kerk gaat terug tot het jaar 1078. In 1240 werd het verstedelijkte dorp Rummen door graaf Arnold IV van Loon (zie ook: Graafschap Loon) aan Willem van Montferrant verkocht. Het bleef in handen van zijn nazaten tot 1397.

De naam Rummen maakte ook een evolutie door: in 1078 als Rumines, omstreeks 1138 als Romynes en vanaf 1330 als Ruminey of Rumigny, Rumeny, Rumene en ten slotte in 1905 als Rumiens. In de 15e eeuw dragen de munten, geslagen in deze gemeente, Romeinse sporen, zoals de meeste middeleeuwse munten. Op de munten stonden de woorden Moneta Nova Romanorum gegrift.

Arnold van Rummen of Arnould de Rumigny († 1373) was de laatste graaf van Chiny en de laatste graaf van Loon. Tijdens de Loonse Successieoorlogen vocht hij tegen de Luikse prins-bisschop Jan van Arkel. In 1364 moest hij eerst Chiny verkopen aan Luxemburg om zijn oorlogskosten te dekken. Daarna werd van 9 augustus tot 21 september 1365 de burcht van Rummen, de Warande, door de prins-bisschop belegerd, veroverd en met de grond gelijk gemaakt. Overigens maakten de verdedigers hierbij voor het eerst in de regio gebruik van buskruit en kleine donderbussen.[1] Het jaar daarop werd het graafschap Loon door het prinsbisdom Luik geannexeerd.

Open stedeken

Aan het einde van de 15e eeuw ging Rummen over in het bezit van de heren van Merode. Het Bourgondische Groot-Rummen (ten tijde de Bourgondiërs en later het prinsbisdom Luik in naam van het Heilig Roomse Rijk tot 1789-1795) bestond uit een gebied van grofweg 40 km², dat zich uitstrekte van Terlenen en Grazen in het westen tot aan Wijer en Kortenbos in het oosten.

Had Rummen toen een omwalling (of stadsmuur) gehad dan was het een stad geweest in het begin van de 17e eeuw. Jammerlijk heeft de bouw van een stadsmuur nooit plaatsgevonden. Daarom werd een verstedelijkt dorp in de volksmond (of in het plaatselijke dialect) een open stedeken genoemd.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.