Rosse grutto

De rosse grutto, Limosa lapponica, is een vogel uit de familie strandlopers en snippen (Scolopacidae) van de orde steltloperachtigen (Charadriiformes).

Rosse grutto
IUCN-status: Gevoelig[1] (2015)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Charadriiformes (Steltloperachtigen)
Familie:Scolopacidae (Strandlopers en snippen)
Geslacht:Limosa (Grutto's)
Soort
Limosa lapponica
(Linnaeus, 1758)
ei
Afbeeldingen Rosse grutto op Wikimedia Commons
Rosse grutto op Wikispecies
Portaal    Biologie
Vogels
trekroutes ten noorden van Nieuw Zeeland via satellietzenders

Kenmerken

De rosse grutto lijkt op de gewone grutto, Limosa limosa. De vogel heeft net als de grutto een zeer lange snavel. Het verschil met de grutto is dat deze snavel aan het eind een flauwe bocht omhoog maakt en donker is, met uitzondering van de juvenielen. In de zomer zijn de nek, borst en buik ononderbroken bruinrood, bij de grutto zijn de buik en flanken gevlekt. Interessant is dat de mannelijke individuen ten opzichte van de vrouwelijke rosse grutto's kleiner zijn, een iets kortere snavel hebben en in de zomer tot in de punt van hun staart ros gekleurd zijn. In de winter zijn al deze onderdelen van het verenkleed lichtgrijs gekleurd.[2] De rosse grutto is een trekvogel die niet in Nederland broedt, maar hier vrijwel alleen wordt waargenomen in de Waddenzee en bij de Ooster- en Westerschelde, terwijl de gewone grutto hier wel broedt en vaak in graslanden te vinden is.[3] De rosse grutto's leven in groepen, op plaatsen waar voedsel is te vinden. Omdat mannetjes en vrouwtjes een verschillend menu hebben, leven deze groepen niet erg gemengd.

Voorkomen in Nederland

De rosse grutto, die als trekvogel zowel in Afrika als in de Waddenzee overwintert en broedt in Noord-Scandinavië en Siberië, is praktisch het hele jaar door in de Waddenzee en het Deltagebied in Zeeland te vinden. Er is wel een uitgesproken seizoenspatroon. De top ligt in mei, in juni zijn de aantallen het laagst, maar in juli en augustus nemen de aantallen weer toe. In het Deltagebied verblijven veel rosse grutto's gedurende de herfst, winter en het vroege voorjaar. In de Waddenzee zakken de aantallen geleidelijk tot in januari, waarna ze weer stijgen.[3]

Onderzoek

De rosse grutto is een migrerende vogel die in Nederland en België tijdens zijn migratie aan de kust verblijft. De trek van rosse grutto's is sinds 1984 goed onderzocht.[4][5] Ze zijn in twee groepen in te delen, een groep die hier overwintert en een groep die in West-Afrika overwintert. De rosse grutto's die in de Waddenzee overwinteren, broeden in het noorden van Scandinavië, de groep die in West-Afrika overwintert trekt naar Siberië.

Later werden ook de trekroutes van rosse grutto's op het Oostelijk halfrond in kaart gebracht. Uit dit onderzoek blijkt dat de rosse grutto vanuit zijn broedplaats in Alaska in één keer over de Grote Oceaan vliegt naar zijn overwinterplaats in Nieuw-Zeeland. Deze tocht van meer dan 10.000 km duurt ongeveer een week. Eén rosse grutto presteerde het zelfs om met 11.680 km in ruim acht dagen het non-stopvliegrecord van vogels te verbreken. Het vermogen tot deze prestatie dankt de vogel aan het gebruik van specifieke luchtstromingen in de atmosfeer, een uitzonderlijk hoog lichaamsgehalte aan vet bij aanvang van de reis, tot 40%, en een gestroomlijnd lichaam. Om de stroomlijn niet te verstoren werd tijdens het onderzoek gebruikgemaakt van minisatellietzenders in het lichaam geïmplanteerd van de proefvogels.[6]

Recent onderzoek (2014) van de Rijksuniversiteit Groningen in samenwerking met het NIOZ (Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee op Texel) wijst uit dat het aantal rosse grutto's langs de Oost-Atlantische trekroute afneemt. Er worden minder vogels waargenomen langs de kust in Afrika, maar ook dichter bij huis zoals in Denemarken, Duitsland en Engeland. In de Nederlandse Waddenzee, waar de aantallen toenemen, is sprake van een 'buffereffect'.[7]

Verspreiding en leefgebied

De soort telt 4 ondersoorten:

  • L. l. lapponica: noordelijk Europa.
  • L. l. taymyrensis: noordwestelijk en het noordelijke deel van Centraal-Siberië.
  • L. l. menzbieri: noordoostelijk Siberië.
  • L. l. baueri: van noordoostelijk Siberië tot noordelijk en westelijk Alaska.

Status

De grootte van de wereldpopulatie werd in 2015 door BirdLife International geschat op één miljoen individuen en de Europese broedpopulatie op 3,7 tot 9 duizend paar. De kustgebieden die vooral de Oost-Aziatische vogels tijdens de trek bezoeken en nodig hebben als foerageergebied om te overleven, worden steeds minder geschikt door landaanwinning, watervervuiling en de aanleg van infrastructuur. Om deze redenen staat deze soort sinds 2015 als gevoelig op de Rode Lijst van de IUCN.[1]

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Limosa lapponica op Wikimedia Commons.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.