Resolutie 381 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Resolutie 381 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 30 november 1975 door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op met dertien leden voor waarbij China en Irak niet deelnamen aan de stemming.

Resolutie 381
Van deVN-Veiligheidsraad
Datum30 november 1975
Nr. vergadering1856
CodeS/RES/381
Stemming
voor
13
onth.
0
tegen
0
OnderwerpArabisch-Israëlisch conflict
BeslissingVerlenging waarnemersmacht met zes maanden.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1975
Permanente leden
Niet-permanente leden
 Wit-Russische SSR ·  Kameroen ·  Costa Rica ·  Guyana ·  Irak ·  Italië ·  Japan ·  Mauritanië ·  Zweden ·  Tanzania
Israël (rood) en Syrië (groen).

Achtergrond

Na de Jom Kipoeroorlog twee jaar eerder kwam Israël met Syrië overeen om de wapens neer te leggen. De VN stationeerden een waarnemingsmacht in de regio om op de uitvoering van dat akkoord toe te zien.

Inhoud

De Veiligheidsraad:

  • Heeft het rapport van de Secretaris-Generaal over de VN-Waarnemingsmacht op de Wapenneerlegging overwogen.
  • Verwijst naar de besprekingen van de Secretaris-Generaal met alle betrokkenen over de situatie in het Midden-Oosten.
  • Is bezorgd om de blijvende spanningen in de regio.
  • Beslist:
    a. Het debat over het Midden-Oosten inclusief de Palestijnse kwestie op 12 januari 1976 voort te zetten.
    b. Het mandaat van de VN-Waarnemingsmacht met zes maanden te verlengen.
    c. De Secretaris-Generaal te vragen de Veiligheidsraad in te lichten over verdere ontwikkelingen.

Verwante resoluties

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.