Resolutie 2388 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Resolutie 2388 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 21 november 2017 unaniem aangenomen door de VN-Veiligheidsraad. De resolutie veroordeelde mensenhandel, in het bijzonder door Islamitische Staat (IS), alsook mensenrechtenschendingen door verschillende Afrikaanse terreurgroepen.[1]

Resolutie 2388
Van deVN-Veiligheidsraad
Datum21 november 2017
Nr. vergadering7815
CodeS/RES/2388
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
OnderwerpMaatregelen tegen mensenhandel
BeslissingSamenwerking tegen mensenhandel als financiering van terrorisme.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2017
Permanente leden
Niet-permanente leden
 Egypte ·  Senegal ·  Ethiopië ·  Japan ·  Kazachstan ·  Uruguay ·  Bolivia ·  Zweden ·  Italië ·  Oekraïne
Het voorkomen van vrouwenhandel rond 2011. In donkergroene landen is het legaal en veelvoorkomend.

Standpunten

Deze resolutie volgde op een debat over mensenhandel. Verschillende landen verwezen naar een reportage die CNN toen recent had gemaakt. Daarin was te zien hoe Afrikaanse migranten in Libië werden verkocht op slavenmarkten.[2]

Kaart van de migrantenroutes van West-Afrika naar Europa.

Een week later kwam de Veiligheidsraad op verzoek van Frankrijk opnieuw samen in verband met die reportage. Het land vond dat Libië werk moest maken van het beloofde onderzoek naar de praktijken, anders werden internationale sancties voorop gesteld.[3] Libië zelf vond dat het slachtoffer van een lastercampagne was geworden. Honderdduizenden migranten trokken door het land op een moment dat het politiek zeer onstabiel was. Libië kon in het licht hiervan niet verantwoordelijk worden gehouden voor internationale problemen waar het geen hand in had.[4]

Als onderliggende oorzaken van de mensenhandel werden onstabiele en arme landen van herkomst, winstbejag en een gebrek aan ordehandhaving genoemd. Secretaris-generaal António Guterres vond dat ontwikkelde landen meer migranten moesten opnemen.[5] In Libië zaten op dat moment zo'n 17.000 migranten vast in centra. Meer dan 100.000 mensen hadden dat jaar al de oversteek naar Italië gemaakt.[4]

De secretaris-generaal en verschillende landen stelden dat de manier waarop groeperingen als IS en Boko Haram vrouwen en kinderen tot "ontmenselijkende dienstbaarheid" dwongen mogelijk neerkwam op oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid.[5]

Er waren daarnaast landen die vonden dat er te veel verschillende initiatieven tegen mensenhandel werden opgezet. Daarom stelde Spanje voor dat het UNODC het voortouw zou nemen.[1]

Inhoud

Middels resolutie 2331 van elf maanden eerder was landen gevraagd samen te werken tegen mensenhandel in conflictgebieden als financieringsbron van terrorisme. Intussen had het UNODC hiervoor een databank opgezet, en nam het Antiterrorismecomité de inspanningen van landen ter zake op in zijn beoordelingen van landen in het kader van de strijd tegen terrorisme.

De Veiligheidsraad veroordeelde opnieuw de mensenhandel in conflictgebieden. De meeste slachtoffers waren vrouwen en kinderen. Zo verhandelde IS Jezidi's en andere religieuze en etnische minderheden. Ook groeperingen als Boko Haram, Al-Shabaab en het Verzetsleger van de Heer verhandelden mensen voor seksuele slavernij en dwangarbeid.

Landen werden opgeroepen de strijd tegen mensenhandel verder op te voeren. Slachtoffers moesten goed begeleid worden. Landen moesten ook de nodige wetgeving ontwikkelen om een einde te maken aan de straffeloosheid. Ze konden hiervoor ondersteuning vragen aan het UNODC.

Landen die vluchtelingen ontvingen werden gevraagd uit te kijken naar slachtoffers van mensenhandel. Ze werden ook gevraagd geen kinderen vast te houden in verband met hun immigratiewetgeving, of toch zo kort mogelijk.

De Veiligheidsraad zelf zou bekijken hoe vredesoperaties en politieke missies konden helpen in de strijd tegen mensenhandel.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.