Pieter Vreede

Pieter Vreede (Leiden, 8 oktober 1750Heusden, 21 september 1837) was een doopsgezinde lakenfabrikant, een van de voormannen van de radicale patriotten en sterk betrokken bij de staatsgreep in januari 1798.

Portret van Pieter Vreede.

Privé-leven

Vreede, telg uit het geslacht Vreede, studeerde rechten aan de plaatselijke universiteit van Leiden. Hij was toen al een vermogend man want hij woonde in een statig herenpand aan de nieuwsteeg, dat hedendaags nog bestaat en nu bekendstaat om de prachtige schilderingen van Dirk Dalens III. Pieter Vreede trouwde drie keer. Twee van zijn vrouwen overleden. Hij kreeg in totaal twaalf kinderen (één van zijn zonen was molenaar in Riethoven). Zijn laatste vrouw was de jonge M. van der Lecq, die een begaafd schrijfster was. Samen schreven ze romans en ook schreef hij pamfletten over het diep gevallen fabriekswezen. In 1837 overleed Pieter Vreede op zevenentachtigjarige leeftijd.

Politieke activiteiten

Hij schreef pamfletten onder het pseudoniem Frank de Vrij tegen het stadhouderlijk stelsel, in 1783 muziek voor de bijeenkomst van de patriotten in de Handboogdoelen. Hij was voorzitter en afgevaardigde van Leiden in oktober 1785 bij het opstellen van het Leids Ontwerp samen met Wybo Fijnje, Rutger Jan Schimmelpenninck, Cornelis van Foreest en Jacobus Blaauw als afgevaardigde van Gouda.

Na de Pruisische inval van september 1787 vluchtte hij in eerste instantie via de Waddeneilanden en Hamburg naar Antwerpen. Vreede vestigde een lakenfabriek en een protestantse gemeente in Lier in het kartuizerklooster, dat al enige jaren leeg stond, nadat keizer Jozef II de orde had opgeheven. Personeel en weefgetouwen liet hij uit Leiden overkomen. Na het uitbreken van de Brabantse omwenteling, vestigde Vreede zich in Tilburg, net als Diederik Johan van Hogendorp. Pichegru nam intrek in Vreede's huis, dat fungeerde als hoofdkwartier. In 1796 werd hij lid van de eerste Nationale Vergadering.

Vreede was een fel voorstander van een unitarische, gecentraliseerde staatsvorm en was nauw betrokken bij de staatsgreep van 22 januari 1798, waarbij de federalisten uit de vergadering werden verwijderd. Hiervoor werd steun gezocht bij graaf Paul Barras, het invloedrijke lid van het Franse Directoire, die tegen een hoog bedrag aan steekpenningen bereid bleek om zich in te zetten om het Directoire achter de staatsgreep te krijgen. Aangezien de uiteindelijke betaling moeilijkheden opleverde, ging Barras akkoord met een gedeeltelijke uitkering in natura. Vreede trok daar profijt van, aangezien hij lakenhandelaar was. Vreede en onder meer Fijnje namen na de staatsgreep zitting in het Uitvoerend Bewind.

Hij was de voornaamste opsteller van de Staatsregeling, waarbij de departementen en gemeenten veel aan autonomie verloren. De nieuwe grondwet werd op 23 april 1798 met overweldigende meerderheid, maar bij een lage opkomst, door de bevolking goedgekeurd.

Na een tweede staatsgreep van 12 juni 1798 door Daendels, ontsnapte hij door een raam en week hij uit naar Tilburg. Hij verhuisde nog een keer naar Waalre waar hij in 1792 de Waalrese Watermolen had gekocht. Vreede speelde geen politieke rol meer. Hij correspondeerde met Adam Gerard Mappa, die naar de VS was geëmigreerd. Uiteindelijk leefde hij teruggetrokken in zijn huisje en, toen zijn vriend Adriaan van der Willigen, die drossaard was van Tilburg, hem in 1814 wilde bezoeken, trof hij hem aan als een vergeten boer.

Na 1815 zette hij zijn politieke carrière voort in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Vanaf 1815 was hij lid van de provincieraad van Noord-Brabant. In 1816 verzocht hij koning Willem I om een betrekking en in 1816 ging hij in Antwerpen werken. Hij werkte daar als ontvanger van convooi- en licentgelden.

Trivia

Zijn kleinzoon was de rechtshistoricus George Willem Vreede. Diens zoon en dus zijn achterkleinzoon was de Indoloog Albert Cornelis Vreede. Er is een plein in Tilburg naar hem vernoemd: het Pieter Vreedeplein. Vreede was zeer bevriend met Cornelis den Tex, met wie hij in 1795 provisioneel representant van het volk van Brabant en lid van het comité van algemeen welzijn werd.[1]

Noot

  1. Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel 4 p.1301-1302, Online historici.nl

Bronnen

  • Rosendaal, J. (2003) Bataven! Nederlandse vluchtelingen in Frankrijk 1787-1795, p. 64, 72-75
  • (en) Schama, S. (1987) Patriots and Liberators. Revolution in the Netherlands 1780 - 1830, p. 83, 122, 220.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.