Pieter Titelmans

Pieter Titelmans (Hasselt (Limburg), 1501 - Kortrijk, 5 september 1572) was een inquisiteur in Vlaanderen. Titelmans was al vroeg een wees, maar kon toch in Leuven gaan studeren.

In 1531 werd hij magister artium (meester in de kunsten) en in 1536 licentiaat in de theologie. In 1539 werd hij deken van het Sint-Hermeskapittel in Ronse. Hierna werd hij berucht als inquisiteur. Hij werd benoemd op 2 juni 1545 in het Tribunaal van Vlaanderen. Hij reisde voortdurend rond in het gewest en in de steden en kasselrijen Rijsel, Dowaai, Orchies en Doornik en het Doornikse. Als felle tegenstander van ketterij voerde hij onvermoeibaar de repressie op. Uit strategische overwegingen concentreerde hij zich op de invloedrijke groepen (boekhandelaars, rederijkers, anabaptisten). Met de middelen die hij had, behandelde hij tussen de 1500 en 1600 beschuldigden van ketterij, waarvan hij er 127 de doodstraf gaf. In de jaren vijftig alleen was hij verantwoordelijk voor 105 terechtstellingen wegens ketterij, meer dan de helft van het totale aantal in Vlaanderen.[1]

Hij had een tijdlang de goedkeuring van de regering in Brussel, maar een botsing met het Antwerpse stadsbestuur betekende het einde van zijn succes. Het vertrek van Granvelle maakte het er niet beter op. Ondanks het Smeekschrift der Edelen in april 1565 bleef hij nog een tijd zijn beroep uitoefenen, tot en met juli 1566 toen hij zich terugtrok.

Literatuur

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.