Pieter De Bruyne

Pieter De Bruyne (Aalst, 1931 - aldaar, 1987) was een Vlaams kunstenaar, designer en interieurarchitect.

Levensloop

In 1953 werd De Bruyne gediplomeerd binnenhuisarchitect aan de Sint-Lucasschool in Brussel. Hij nam in 1955-56 en 1957 deel aan de salons van het moderne sociale meubel te Gent en bekwam in 1958 het "Gouden Kenteken". In die periode liep De Bruyne tevens stage in studio Giò Ponti, Milaan. In 1959 bekwam hij een vermelding op de internationale meubelwedstrijd van Cantù. In 1960 werd De Bruyne laureaat in de Europese wedstrijd Arflex - Domus te Milaan met zetelontwerpen en werd in 1961 bekroond, eveneens te Cantù met een eetkamerontwerp. Hij hield tentoonstellingen in binnen- en buitenland, en voerde de meest diverse opdrachten uit.
De Bruyne was leraar aan het St.-Lukasinstituut te Schaarbeek, hij ontving in 1984 een Staatsprijs ter waardering van een kunstenaarsloopbaan. Het volledige archief van zijn werk is in het bezit van het Design Museum Gent.

Bespreking van zijn werk

Naar aanleiding van een tentoonstelling in de Sint-Pietersabdij te Gent in 1976 schrijft Jan Pieter Ballegeer: "Maar welke is nu de boodschap van deze meubelen van Pieter De Bruyne? Er is in de eerste plaats een wijze van aanval op de vertrouwde dingen zelf, een soort vernietiging van het veel voorkomende. Er is een vertekening van de voorwerpen zoals men dat ziet in het dadaïsme, het surrealisme, de pop-art. De deformatie is bij De Bruyne echter niet karikaturaal expressionistisch, niet in de eerste plaats bedoeld om direct begrepen te worden, maar eerder verfijnd geheimzinnig, veeleer ingewikkeld esthetisch, vernuftig maniëristisch. Aan de artistieke zelfbewustheid van de ontwerper ontlenen zijn meubels wel hun opmerkelijke monumentaliteit. Hun aard eist bijna dat zij niet opgesteld worden tegen wanden of in hoeken, maar dat zij vrij staan in de ruimte gelijk beeldhouwwerken".

Pionier van het postmoderne

De Bruynes projecten uit de periode 1970 tot 1987 dienen zeker ook in verband te worden gebracht met de stroming van het postmodernisme op vlak van architectuur en design. De bekendste ontwerpers die met deze term in verband worden gebracht zijn Studio Alchimia en Memphisgroep (Alessandro Mendini, A. Branzi, Ettore Sottsass). De vele gemeenschappelijke kenmerken met de ontwerpen van de postmoderne italianen, mogen ons echter niet doen vergeten dat De Bruyne reeds in 1970 aanzet gaf tot dit soort werk, terwijl Studio Alchimia en Memphisgroep pas een decennium later hun activiteiten ontwikkelden. Door sommigen wordt De Bruyne juist daarom een voorloper van het postmoderne meubel genoemd. [1]

Chantilly-Kast

Een mooi eerbetoon kreeg De Bruyne in de tentoonstelling Postmodernism, style and subversion 1970-1990 in het Londense Victoria and Albert Museum (2011-2012) waar zijn "Chantilly"-kast (1975) een prominente plaats innam. [2]

Egypte

In 1974 ontstaat er een bijzondere interesse voor Egypte. De Bruyne gaat op zoek naar de betekenis van de Egyptische bijdragen aan de meubelgeschiedenis. Als een wetenschapper verzamelt De Bruyne gegevens over het Egyptische meubel, analyseert en vergelijkt ze. Talloze opmetingen, een decennium lang, resulteren in honderden tekeningen over de opbouw van het Egyptisch meubel. Op basis van deze tekeningen maakt hij mathematische en structurele analyses.

In 1985 komt De Bruyne met spectaculaire onderzoeksresultaten: hij zou de sleutel tot de geheime canon hebben gevonden en de onderliggende wetmatigheid in de Egyptische meubel-, schilder-en beeldhouwkunst dus hebben ontrafeld. Bovendien zouden zijn onderzoeksresultaten de basis bieden om de Egyptische piramiden te begrijpen vanuit een rationeel en mathematisch perspectief. De Bruyne plant een boek met de studieresultaten tegen het einde van 1985, maar stuit op obstakels die het beëindigen van het werk bemoeilijken. En in februari 1987 overlijdt De Bruyne. In 1982 gebruikt hij in zijn eigen ontwerpen het Egyptische meetsysteem. Op het einde van zijn carrière zou hij de volledige canon toepassen in eigen werk. [1]

Meubels & objecten

Pieter De Bruyne ontwierp een ongezien aantal meubels en objecten waarvan er meer dan 200 werden gerealiseerd. Tevens ontwierp De Bruyne meer dan 175 interieurs en architectuurprojecten.

Woning Pieter De Bruyne

Blauwe kamer in de atelierwoning De Bruyne

In 1972 verbouwde hij een neoclassicistisch burgerhuis te Aalst tot een eigen atelierwoning. Daarbij benoemde de ontwerper de verschillende kamers met een bijzondere kleur die maatgevend werd voor de inrichting zoals de blauwe kamer. [3]

Bibliografie

  • Bekkers, L., (1988) Pieter De Bruyne, de ontwerper als kunstenaar, Ons Erfdeel 31.2 (maart-april), 175-181.
  • Bouchez, H., (2003) Het woonhuis van Pieter De Bruyne, Knack weekend 41 (8-14 oktober), 60-66.
  • Daenens,L., Defour, F., (1991) Meubeldesign en kunst. Pieter De Bruyne, Frans Van Praet, Emile Veranneman, Brussel, Gemeentekrediet, 29-45.
  • Dufour, Frans. Belgische meubelkunst in de XXe eeuw, van Horta tot heden, Uitg Lannoo, Tielt, ISBN D19794556
  • Kieckens, Christian & Storgaard, Eva :Pieter De Bruyne - Pionier van het postmoderne, Uitg Academic & Scientific Publischers, Brussel, ISBN 9789070289300
  • Kieckens, C., (2000) De meubelkunst van Pieter De Bruyne, onuitgegeven nota.
  • Norberg-Schulz, C., en Vanderperren, J., (1980) Pieter De Bruyne 25 jaar Meubels, Gent.
  • Schofield, M., (red.) (1978) Decorative Art and Modern Interiors 1978, Volume 67, London, New York, 38-45.
  • Valcke, J., (1987) Naar de essentie van het meubel, Belgisch kreatief ambacht 23.3, 3-10.
Zie de categorie Pieter De Bruyne van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.