Philippus Rovenius

Philippus Rovenius, eigenlijk Filips van Rouveen (Deventer, gedoopt 1 januari 1573 - Utrecht, 10 oktober 1651) was apostolisch vicaris van de Hollandse Zending van 1614 tot 1651 (in de rooms-katholieke traditie) en aartsbisschop van Utrecht van 1620 tot 1651 (in de oudkatholieke traditie).

Philippus Rovenius door Pieter de Grebber
Gedenksteen van Philippus Rovenius in Utrecht

Na onderwijs te hebben gehad aan de Latijnse school te Deventer studeerde Rovenius in Leuven. Hij werd in 1599 tot priester gewijd en in 1602 benoemd tot president van het Nederlandse priestercollege in Keulen. In 1605 werd hij vicaris-generaal van het bisdom Deventer. In 1614 volgde hij Sasbout Vosmeer op als apostolisch vicaris. Op vraag van de clerus van het afgeschafte bisdom Haarlem organiseerde hij de opleiding van de Haarlemse clerus in Leuven. Hij stichtte er het Hollands College en onderhield goede relaties met de aartshertogen Albrecht en Isabella van de Spaanse Nederlanden[1]. Rovenius ontving op 8 november 1620 in Brussel de wijding tot titulair aartsbisschop van Philippi. Hij woonde achtereenvolgens in Oldenzaal, Rouveen, Groenlo en Utrecht. Tijdens zijn verblijf in Groenlo in 1627, maakte Rovenius het Beleg van Grol mee. Nadat hij in 1640 verbannen werd hield hij zich vooral in Amsterdam op. De vader van Philippus, Gerhardus Rovenius, was conrector aan de Latijnse school te Deventer en later rector te Emmerich. Zijn moeder heette Woltera Wijnhoff uit Ootmarsum bij Oldenzaal.

Door de oudkatholieke Kerk wordt Rovenius gerekend te behoren tot de (aarts)bisschoppelijke lijn.

Rovenius slaagde erin de katholieke kerk in Nederland te reorganiseren, waarbij hij de besluiten van het Concilie van Trente trachtte in te voeren. Hoewel hij in Leuven vriendschappelijke banden met Cornelius Jansenius had onderhouden, bleef hij zelf in alles trouw aan Rome. Van zijn geschriften bleef het gebedenboek Het gulden wierookvat (1620) tot in de twintigste eeuw populair. Zijn Rituale Romanum contractum bleef tot 1853 in gebruik, evenals Officia sanctorum, een brevier dat de officies bevat van de heiligen die in het aartsbisdom Utrecht en de overige bisdommen van de Nederlanden vereerd werden.

Pieter de Grebber schilderde in 1631 een portret van Philippus Rovenius (Museum Catharijneconvent, Utrecht).

In de hal van het gebouw van de Kathedrale Koorschool, Plompetorengracht 5 in Utrecht, bevindt zich een gedenksteen.

Voorganger:
Sasbout Vosmeer
Apostolisch vicaris der Hollandse Zending
(in de rooms-katholieke traditie)
1614-1651
Aartsbisschop van Utrecht
(in de oudkatholieke traditie)
1620-1651
Opvolger:
Jacobus de la Torre
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.