Peugeot 406

Toen de 406 voor het eerst op de markt kwam, waren er vier motorvarianten. Allereerst de 1.8-16v benzinemotor, die 112 pk leverde. Met deze motor waren twee types beschikbaar, de 406 SL, dat het instapmodel was, en de 406 ST, die wat meer extra luxe had, en meer kostte. Dan was er een model met de 2.0-16v benzinemotor die 136 pk leverde. Daarnaast waren er de uitvoeringen met de 1.9-8v Turbo Diesel, die 90 pk leverde en die in twee varianten kwam, namelijk de SLdt en de STdt, en tot slot de 2.1-12v Turbo Diesel, die 110 pk leverde.

Later kwamen er meerdere types uit met deze eerder genoemde motoren, waarin extra opties zaten, en er werden ook automaten geïntroduceerd. Ook besloot Peugeot nog vijf motortypes toe te voegen, namelijk een 3.0-24v V6 benzinemotor, een herziene versie van de 2.0 benzinemotor, die 150 PK leverde, een 1.6-8v benzinemotor met 90 PK, een 1.8-8v benzinemotor, ook met 90 PK, en een 2.0-8v HDi turbo diesel die ook 110 PK leverde en in 1998 de 2.1-12v zou vervangen.

Toen was het in 1999, na ruim drie en half jaar, tijd voor een facelift voor de 406. Zo werd de complete motorkap vernieuwd; de koplampen werden helderder en smaller. Aan de achterkant van de auto werden de reflectorbanden in de achterlichten meegespoten in de carrosseriekleur en er kwamen dunne reflecterende horizontale streepjes in de achterlichten. Verder werd de achterklep ontdaan van een horizontale rimpel en de bumper werd gewijzigd, waardoor een mooie, vloeiende lijn ontstond tot aan de stootstrip.

Deze vernieuwde 406 was in 1999 leverbaar met de oude 1.8-8v benzinemotor, de oude 1.8-16v, met nog altijd 112 PK wederom in twee verschillende types ST en SR, beide leverbaar met een automaat, een vernieuwde versie van de 2.0-16v, die van lichtmetaal was gemaakt waardoor de auto een stuk lichter werd, en dus ook sneller. Deze 2.0-16v leverde 138PK, wat 3PK meer was dan de vorige versie. Ook van deze motorvariant waren zowel een handbak met vijf versnellingen als een 4-traps automaat te krijgen. Ook de oude 3.0-24v V6 benzine motor was beschikbaar, en ook deze kon worden geleverd een automaat. De dieseluitvoering werd geleverd met de nieuwe 2.0-8v HDi motor, met 90 of 110 PK. Later zou een 2.2-16v benzinemotor volgen die 160 PK leverde, en een 2.2-16v HDi dieselmotor die 136 PK leverde, welke beide overgenomen waren uit de Peugeot 607.

Deze motortypes bleven tot het eind van de productie in 2004.

Peugeot 406 sedan uit 2000 met Grieks diplomatiek kenteken bij Vouliagmeni, Griekenland

Er kwamen nog twee varianten van de Peugeot 406 uit. De Peugeot 406 Break sinds 1997, voor het gezin dat meer ruimte nodig had, en de Peugeot Coupé 406, voor de sportieve rijder.

De break werd geleverd met dezelfde motorvarianten als de sedan; de coupé alleen met de zwaardere motoren; de 2.0-16v, 2.2-16v en de 3.0-24v V6 als benzinemotoren, na 2001 was ook de 2.2-16v-HDi dieselmotor beschikbaar.

De Coupé 406 is ontworpen en geproduceerd door Pininfarina, en heeft designprijzen gewonnen. Deze in 1993 ontworpen coupé was oorspronkelijk van Ferrari, dat plannen had voor een kleinere, goedkopere variant. Toen het ontwerp gereed was zag Ferrari er vanaf. Peugeot kon en mocht de auto produceren met kleine aanpassingen en deed dat ook. Ferrari spande een rechtszaak aan, maar verloor die. In 1997 werd de eerste Coupé 406 geproduceerd; in 2004 de laatste. De auto is relatief goedkoop. De concurrent, de BMW 3-serie, was in Nederland minimaal 20.000 tot 40.000 gulden duurder.