Pelusios bechuanicus

Pelusios bechuanicus is een schildpad uit de familie scheenplaatschildpadden (Pelomedusidae).[1] De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Vivian Frederick Maynard FitzSimons in 1932. De soort Pelusios upembae werd vroeger als ondersoort van Pelusios bechuanicus beschouwd maar tegenwoordig als een volwaardige soort. De soortaanduiding bechuanicus betekent vrij vertaald 'wonend in Beetsjoeanaland' (Engels: Bechuanaland), dit is een oude naam voor Botswana.

Pelusios bechuanicus
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Testudines (Schildpadden)
Onderorde:Pleurodira (Halswenders)
Familie:Pelomedusidae (Scheenplaatschildpadden)
Geslacht:Pelusios (Afrikaanse doosschildpadden)
Soort
Pelusios bechuanicus
FitzSimons, 1932
Pelusios bechuanicus op Wikispecies
Portaal    Biologie
Herpetologie

Met een maximale schildlengte van 33 centimeter is dit een van de grotere soorten uit het geslacht Pelusios.[2] Juvenielen hebben een lengtekiel op het midden van het schild, die verdwijnt naarmate de schildpad ouder wordt. De kop is relatief groot en heeft gele vlekken, aan de onderzijde van de kop zijn twee tot drie baarddraden aanwezig.

Pelusios bechuanicus komt voor in Afrika; in de landen Angola, Botswana, Namibië, Zaïre, Zambia en Zimbabwe. De habitat bestaat uit diepe, heldere rivieren en andere wateren, onder meer de bovenloop van de Zambezi (tot aan de Victoriawatervallen), de bovenloop van de Kafue en het moerasgebied Kafue Flats.[3]

Hij is een vleeseter en leeft voornamelijk van vis en ongewervelde dieren.[3]

Bronvermelding

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.