Overstroming in Tbilisi 2015

De schade van de ramp werd door locoburgemeester Irakly Lekvinadze geschat op ongeveer tien miljoen dollar, zo'n negen miljoen euro.[2]

Het is niet de eerste keer dat de dierentuin werd getroffen door een overstroming, in 1972 werd hij ook getroffen door een soortgelijke ramp. Tot nu toe zijn er verschillende berichten verschenen in de media over de schade aan de dierentuin en het dodenaantal onder de dieren. Van de zeventien pinguïns die men bezat, zijn er slechts drie die de ramp hebben overleefd. Het ontsnapte nijlpaard werd na vangst naar een speciale verblijfplaats gebracht. Dieren die voor gevaar konden zorgen of agressief waren werden door de politie en speciale teams doodgeschoten, dit betrof zes wolven, twee leeuwen en een tijger.[1][3] De hoger gelegen delen zijn grotendeels gespaard gebleven. Dit was het terrein van de olifanten, zebra's, paarden en ook het terrarium. Naar schatting is de helft van alle dieren die de dierentuin bezat, omgekomen tijdens de ramp.

Premier Irakli Garibasjvili maakte bekend in een persconferentie dat 15 juni 2015 een dag van nationale rouw is voor de slachtoffers van de ramp.

Verschillende landen hebben hun hulp aangeboden voor de wederopbouw van Tbilisi na de ramp. Een team van Tsjechische experts zal worden gezonden naar het rampgebied om de dieren te vangen.[1] De experts zouden ervaring hebben opgedaan na de verschillende overstromingen in Praag en ook de Zoo Praag. Ook Rusland, Oekraïne[3], Letland, Armenië, Azerbeidzjan, Turkije, Litouwen,[4], de Verenigde Staten[5] en de Europese Unie[6] hebben hulp aangeboden.