Otto Bekius

Otto Bekius (De Bilt, 22 mei 1925Victoria (Brits-Columbia), 21 augustus 2014) was een Nederlandse kapitein der Artillerie, die als verzetsstrijder tijdens de Tweede Wereldoorlog opereerde in Rotterdam. In 1956 emigreerde hij naar Canada.

Otto Bekius
Otto Bekius
BijnaamRoy
Geboren22 mei 1925
De Bilt
Overleden21 augustus 2014
Victoria-BC, Canada
Land/zijde Nederland
OnderdeelArtillerie van de Koninklijke Landmacht
Dienstjaren1945 -1956
Rang Kapitein
EenheidArtillerie
Slagen/oorlogenTweede Wereldoorlog,
OnderscheidingenVerzetsherdenkingskruis
Ander werkOnderdeel van de Binnenlandse Strijdkrachten Zuid-Holland, Strijdend Onderdeel 1944 - 1945

Biografie

Otto Bekius was het oudste kind in het gezin. Hij volgde zijn opleiding aan de Hogereburgerschool . Zijn vader Nicolaas Bekius (1900-1978) was sergeant 1e klas en werkzaam bij het Nederlandse leger, bij het 2e Regiment Genietroepen, en heeft in 1940 de Maasbruggen in Rotterdam met zijn manschappen verdedigd.

Oorlogsjaren

Na de HBS was Otto Bekius begonnen aan een studie aan de Hogere Zeevaartschool , maar hij kon deze studie niet voortzetten vanwege de oorlog. Hij besloot toen om zich aan te sluiten bij het verzet in Rotterdam.

Gedurende de jaren 1944 en 1945 was hij - onder de verzetsnaam Roy - onderdeel van het Strijdend Gedeelte Binnenlandse Strijdkrachten in Rotterdam, hij werd opgeleid in Huize Padua [1].

Hij wist ternauwernood aan arrestatie te ontkomen toen de Duitsers een inval deden in zijn ouderlijk huis. Bekius wist te ontsnappen in zijn ondergoed door aan de achterkant van de woning over hekken te klimmen en via de buren, weer aangekleed, - met geleende kleding - aan de voorkant te ontsnappen. Nadien zette hij ondergedoken zijn verzet verder.

Tijdens de hongerwinter werd zijn 10-jarige jongere zusje Tjitske Bekius (1935-2019) ondergebracht bij een boer op het Groninger platteland.

Zijn vader, die na de ontbinding van het Nederlandse leger commandant werd bij de brandweer voor de Rotterdam Rechter Maasoever, werd aan het einde van de oorlog gearresteerd[2] en als krijgsgevangene via Amersfoort naar het krijgsgevangenenkamp Stalag XI-B Fallingbostel[3] in Duitsland gebracht. Na de oorlog keerde hij uit gevangenschap terug.

Eerbetoon

Voor zijn activiteiten bij de Binnenlandse Strijdkrachten ontving Otto Bekius het Herinneringsinsigne Binnenlandse Strijdkrachten 1944-1945 (HiBS) krijgen. In 1984 werd hem tevens het Verzetsherdenkingskruis (VHK) toegekend.

Militaire Jaren

Na de oorlog sloot Bekius zich in september 1945 als oorlogsvrijwilliger aan bij het Nederlandse leger en kreeg hij een opleiding in Engeland tot officier bij de artillerie. Na het afronden van deze opleiding klom hij in Nederland op tot de rang van kapitein. In 1956 vroeg en kreeg hij eervol ontslag.

Emigratie

Na zijn diensttijd is Bekius in maart 1956 naar Canada geëmigreerd. Hij verkreeg de Canadese nationaliteit, werkte bij een transportbedrijf van een familielid en trad in het huwelijk. Hij was in zijn latere levensjaren op Prinsjesdag een trouw bezoeker op van de eresaluutschoten op het Malieveld, als lid van de Vereniging voor Artillerie Officieren (VAO).

Overlijden

In 2014 overleed Bekius in Victoria aan een hartaanval. Het was de wens van zijn vrouw om zijn as bij te zetten in een familiegraf in Britsum in Friesland. Zijn neef, Martijn Schapink, heeft daarvoor de laatste resten van zijn oom opgehaald uit Canada[4][5][6].

In Bekius' testament stond de wens opgenomen om een fonds op te richten, voor studenten aan de Universiteit van Victoria in Canada, om onderzoek te doen naar militaire geschiedenis van Nederland en het Verenigd Koninkrijk, studenten kunnen jaarlijks een beurs hiervoor aanvragen. In februari 2020 is het Fonds gerealiseerd, het zal de naam dragen Otto and Joan Bekius Scholarship , genoemd naar beide echtgenoten die reeds een fonds op naam hadden aan de Universiteit van Victoria [7].

Bij leven heeft Otto Bekius een gedenkteken laten maken (zie onderstaande afbeelding) met de eis om na zijn dood ook zijn naam op dit gedenkteken te plaatsen. Het gedenkteken hangt tot op heden in de kerk te Britsum. In zijn testament was ook bepaald dat er geld gedoneerd zou worden aan de Stichting Alde Fryske Tsjerken, voor het behoud van de Johanneskerk (Britsum).[8]

Trivia

  • De verzetsbijnaam van Bekius was 'Roy' aangezien hij rode haren had. Na de ontsnapping aan de Duitsers heeft hij zijn haren zwart laten verven tot het einde van de oorlog.
  • Otto Bekius was een rechtstreekse afstammeling van de predikant ds. Benjamin Johannes Baekius/Bekius (1656 - 1733) die in Britsum voorganger is geweest en in de kerk aldaar begraven ligt. Over diens nazaat, ds. Francois Bekius die ook dominee was, is een boek geschreven met de titel Francois Bekius, De Duivel dominee uit de Friesche Wouden[9], auteur H.G. Cannegieter.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.