Nijlgans

De nijlgans (Alopochen aegyptiaca), ook wel vosgans genoemd, is een eendachtige vogel uit de familie Anatidae (zwanen, ganzen en eenden). In deze familie wordt de soort in de onderfamilie Tadorninae (halfganzen) geplaatst. Dit zegt meteen iets over het formaat. De naam nijlgans is verwarrend, want hij behoort niet tot de onderfamilie Anserinae (zwanen en ganzen). De oude Egyptenaren beschouwden de nijlgans als een heilig dier en beeldden hem regelmatig af in hun kunst.

Nijlgans
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2012)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Anseriformes (Eendvogels)
Familie:Anatidae (Eendachtigen)
Geslacht:Alopochen
Soort
Alopochen aegyptiacus
(Linnaeus, 1766)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons
Nijlgans op Wikispecies
Portaal    Biologie
Vogels

Beschrijving

Uiterlijke kenmerken

De lichaamslengte bedraagt 63 tot 73 cm en het gewicht 2,5 kg. Het verenkleed van beide geslachten is gelijk.

Leefwijze

De nijlgans leeft voornamelijk op het land, hoewel hij goed kan zwemmen. In het broedseizoen verdedigt hij een territorium, soms zelfs agressief, maar ook onderling zijn ze weinig verdraagzaam. Die agressiviteit is trouwens het handelsmerk van deze ganzen. Ze passen brute kracht toe om het nest van een andere vogel in te pikken - waarvan vooral grauwe ganzen, maar ook roofvogels, kraaien, eenden en dergelijke, slachtoffer zijn - en om de kleintjes van andere eendachtigen te verdrinken.

Voedsel

De nijlgans eet zaden, bladeren, grassen en stengels. Af en toe eet dit dier sprinkhanen, wormen en andere kleine dieren.

Voortplanting

De nijlgans broedt vooral in holen in de stam van grote bomen. Het vrouwtje bouwt een nest van riet, bladeren en gras. Het vrouwtje en mannetje broeden om de beurt op de eieren. Beide ouders zorgen voor de jongen tot ze zelfstandig zijn.

Nijlgans met jongen

Verspreiding

Deze soort komt algemeen voor in Afrika in het dal van de Nijl, maar verder door het hele continent ten zuiden van de Sahara. De leefgebieden liggen langs meren, rivieren en in moerassen. De vogel mijdt gebieden met woestijnen en dichte bossen.

Ontsnapte siervogels vormden na de jaren 1960 verwilderde populaties in Oostenrijk, België, Denemarken, Nederland, Groot-Brittannië en de Verenigde Arabische Emiraten. Zij leven daar als exoten.[1]

Voorkomen in Nederland en België

Nederland

In Nederland komt de nijlgans sinds 1967 voor als exoot. Omstreeks 1999 bedroeg het aantal broedvogels 4500 tot 5000 paar en omstreeks 2009 bedroeg dit aantal 10.000 tot 13.900 paar. Het tempo van toename lag rond 1980 bij de 25% per jaar en vlakte rond 2010 af tot 6% per jaar.[2][3] In de vogelatlas van 2018 wordt het aantal broedparen ingeschat op tussen de 6900 en 11400 paren.[4]

Vlaanderen

Uit in de winter uitgevoerde tellingen blijkt een toename van de soort vanaf midden jaren ’90. In de winter van 1995-1996 werden in Vlaanderen maximaal 275 nijlganzen geteld. Dit aantal loopt op tot 1253 in 2000-2001. Sinds 2007 tot in elk geval 2012 stagneert het aantal nijlganzen. Er worden 's winters 3000 tot 4000 individuen geteld.[5]

Status

Invasieve exoot

De nijlgans staat sinds augustus 2017 op de Unielijst met invasieve exoten van de Europese Unie. Een vogelsoort die op deze lijst staat, mag onder andere niet worden verkocht en gehouden. Verder geldt voor lidstaten de plicht om in de natuur aanwezige populaties op te sporen, te verwijderen, of als dat niet lukt, zodanig te beheren dat verspreiding en schade zoveel mogelijk wordt voorkomen.[6]

De nijlgans heeft een enorm groot verspreidingsgebied en daardoor is er weinig kans op uitsterven. De grootte van de wereldpopulatie is niet gekwantificeerd. In Afrika wordt er veel op de vogel gejaagd en daar nemen de aantallen af. Het tempo van de achteruitgang ligt onder de 30% in tien jaar (minder dan 3,5% per jaar). Om deze redenen staat de nijlgans als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.[1]

Foto's

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.