Neubaufahrzeug

De Panzerkampfwagen Neubaufahrzeug, afgekort als PzKpfw Nb.Fz, was een serie van tankprototypes die tijdens het interbellum door Duitsland werden ontwikkeld.

Panzerkampfwagen Neubaufahrzeug V
Panzerkampfwagen Neubaufahrzeug VI
Neubaufahrzeug V van Krupp in Noorwegen in April 1940
Soort
Periode-
Bemanning6
Lengte6,6 m
Breedte2,19 m
Hoogte2,98 m
Gewicht24 ton
Pantser en bewapening
Pantser13 - 20 mm
Hoofdbewapening7,5 cm KwK 37
3,7 cm KwK 36
Secundaire bewapening2x 7,92 mm MG 13/34
Motor290 pk BMW Va- of
300 pk Maybach HL 108 TR-motor
Snelheid (op wegen)25 km/u
Rijbereik120 km
Productie van verschillende tank types. Te zien zijn de Nb.Fz VI van Rheinmetall, een Sd.Kfz. 250 en Panzer 3-onderstellen.

Ontwikkeling

Tijdens het interbellum werden heel wat tankprojecten ontwikkeld waarvan de tank over meerdere torens beschikte. Twee voorbeelden waren de Vickers A1E1 Independent en de Russische T-35, die gebaseerd was op de Vickers A1E1 Independent. De ontwikkeling van het Neubaufahrzeug begon in 1933, toen de Reichswehr opdracht gaf aan Krupp en Rheinmetall voor het ontwikkelen van de Großtraktor (Duits voor zware tractor). De Großtraktor was toen de benaming voor zware tank, maar door het Verdrag van Versailles, mocht Duitsland geen tanks ontwikkelen. Technische details van de Vickers A1E1 Independent werden verkocht aan Duitsland door de Britse officier en tevens spion voor Duitsland, Norman Baillie-Stewart.
Beide fabrieken maakten dezelfde ontwerpen met kleine verschillen. Zo werden de kanonnen (de tanks werden voorzien van twee kanonnen) van de Rheinmetall-versie boven elkaar geplaatst aangeduid als de Panzerkampfwagen Neubaufahrzeug V), terwijl de versie van Krupp naast elkaar werden geplaatst in de toren (aangeduid als de Panzerkampfwagen Neubaufahrzeug VI). De kanonnen bestond uit een 7,5 cm KwK 37 (ook gebruikt op enkele varianten van de Panzerkampfwagen III en de Panzerkampfwagen IV, tevens op enkele varianten van het Sturmgeschütz III) en een 3,7 cm KwK 36 (ook gebruikt op de eerste varianten van de Panzerkampfwagen III). Beide ontwerpen beschikten over twee Panzerkampfwagen I-torentjes met elk een 7,92 mm MG 13 of een MG 34. Deze torentjes werden geplaatst op het dak van het onderstel. Eén vooraan en de andere achteraan.

Propaganda

Het was de bedoeling dat deze ontwerpen de rol van de zware tank in de gepantserde troepen zou vervullen, maar het ontwerp bleek te complex en onbetrouwbaar te zijn voor deze rol. Er werden maar een beperkt aantal geproduceerd. Waarvan ongeveer de helft uit zacht staal en de helft uit pantsering. Hoewel deze tanks nooit in productie werden genomen, werden de tanks gebruikt als propaganda-instrument voor nazi-Duitsland zoals bijvoorbeeld op de Internationale Auto Tentoonstelling in Berlijn in 1939. Deze propagandarol werd uitgebreid met de Duitse invasie van Noorwegen, toen een speciale Panzerabteilung werd gevormd waarin de drie gepantserde prototypes werden ingezet in Oslo. Ze zag een aantal gevechten daar, één werd vernietigd door de commandant van het voertuig toen het vast reed in een moeras nabij Åndalsnes. Het werd vervangen door een stalen variant van Rheinmetall.

Het is onduidelijk wat er met de tanks gebeurde na de campagne van Noorwegen, maar het is zeker dat ze de oorlog niet hebben overleefd. De voertuigen zouden - volgens documenten uit 1941, die de Britten in 1945 in handen kregen - in 1942 gesloopt worden. Hoe en waarom de voertuigen gesloopt werden is niet duidelijk. Waarschijnlijk heeft de ontwikkeling van de Sturer Emil-prototypes hiermee iets te maken die ongeveer uit dezelfde tijd dateren.

Zie de categorie Neubaufahrzeug van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.