Kurt Daluege

Kurt Daluege (Kreuzburg, 15 september 1897 - Praag, 23 oktober 1946) was een Duitse SS-militair die tijdens de Tweede Wereldoorlog verantwoordelijk was voor de persoonlijke bescherming van Adolf Hitler en andere partijleiders van de NSDAP.

Kurt Daluege
Kurt Daluege in 1940
Bijnaam"Dummi-dummi"[1][2]
Geboren15 september 1897
Kreuzburg
Overleden23 oktober 1946
Praag
RustplaatsAnoniem graf; Praag-Ďáblice begraafplaats[3][4]
Land/zijde Duitse Rijk
Weimarrepubliek
 Nazi-Duitsland
Flensburgregering
 Duitsland
Onderdeel Deutsches Heer
Waffen-SS
Dienstjaren1916 - 1918
1930 - 1945
Rang
SS-Oberstgruppenführer en Generaloberst der Politie
EenheidVrijkorps
Sturmabteilung
Ordnungspolizei
BevelPlaatsvervanger Protectoraat Bohemen en Moravië
Slagen/oorlogenEerste Wereldoorlog

Tweede Wereldoorlog

OnderscheidingenZie decoraties

Het begin

Hij was een zoon van middenkader ambtenaar. Hij was lid van de jeugbeweging Wandervogel. In 1916, meldde hij zich als vrijwilliger voor de oorlogsdienst. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vocht hij voornamelijk aan het westfront en raakte meerdere malen gewond, met als gevolg dat hij voor 25% invalide was geworden. In 1918 verliet hij als vizefeldwebel en officierskandidaat de dienst. Van 1918 tot 1921 nam hij deel als lid en was leider van de „Selbstschutzes Oberschlesien“ (SSOS) en vocht tussen de Duitsers tegen de Poolse milities. Daluege was fabrieksarbeider in Berlijn en studeerde van 1921 tot 1924 civiele techniek aan de Technische Universiteit van Berlijn. In die tijd was hij in verschillende nationaalsocialistische, volkse en antisemitische verenigingen actief en diende hij in 1922 als afdelingscommandant van het Vrijkorps Roßbach. In 1923 werd hij lid van de studentenverenigingen Teuto-Rugia. Hij studeerde af als ingenieur.

Carrière in de NSDAP

In 1922 werd Daluege lid van de toen nog onbeduidende NSDAP. Op 9 november 1923 ondersteunde hij Hitler bij zijn Bierkellerputsch in München. Als verbindingsman in Berlijn, was Hitler hem zijn hele leven lang dankbaar. Na de mislukte Bierkellerputsch en het verbod op de NSDAP ijverde Daluege ervoor om de partijbasis in Berlijn bij elkaar te houden. In 1924 richtte bij uit de gemaskeerde SA de Frontbann op waarvan hij tot 1926 leider was. In maart 1926 werd hij weer lid van de heropgerichte NSDAP met nummer 31981 en stichtte hij de SA in Berlijn en Noord-Duitsland. Van 1926 tot 1930 was Daluege SA-Gruppenführer in Berlijn-Brandenburg. Van 1926 tot 1928 was hij tevens SA-Gausturmführer in Gau Berlijn-Brandenburg. Hij was ook waarnemend Gauleiter van de NSDAP in Berlijn-Brandenburg.

Op persoonlijke wens van Hitler trad Daluege in 1930 uit de SA en werd hij lid van de SS met nummer 1119. Die toentertijd nog een (weliswaar concurrerende) sub-organisatie van de SA was. Van 1931 tot 1932 had hij als SS-Oberführer Oost de leiding over de SS-Abschnitt III Ost in Berlijn.

In 1931 bewees hij zich andermaal als loyale strijdgenoot van Hitler bij het neerslaan van de Stennesputsch. Hitler beschermde Daluege permanent als gevolg hiervan.

Van 1927 tot 1933 werkte hij als fulltime afdelingshoofd bij een stedelijke projectontwikkelaar en als ingenieur bij een vuilophaaldienst in Berlijn. Van 1932 tot oktober 1933, was Daluege parlementslid van de NSDAP in Pruisen. In juli 1932 werd hij bevorderd tot SS-Gruppenführer en leider van de SS-Gruppe Oost (Berlijn).

Na de nationaalsocialistische machtsovername werd Daluege in februari 1933 benoemd tot “Commissaris z. b. V.” en Leider van de “Sonderabteilung Daluege” in het Pruisische Ministerie van Binnenlandse Zaken (onder Herman Göring). Hierbij zuiverde hij de Pruisische politie van zogenaamde sociaaldemocratische elementen en zorgde hij voor de gelijkschakeling met het nationaalsocialistische gedachtegoed. In mei 1933 benoemde Göring als dank Daluege tot onderstaatssecretaris en leider van de politieafdeling in het Pruisische Ministerie van Binnenlandse Zaken. En in september 1933 tot generaal der Pruisische Landespolizei.

Van juli 1933 tot 1945 was Daluege Pruisisch lid van de Raad van State. En vanaf november 1933 was hij lid van de Rijksdag.

In juli 1934, onmiddellijk na de Nacht van de Lange Messen, belastte Göring hem met de reorganisatie en de zuivering van de SA-Gruppen Berlijn-Brandenburg, Pommern, Grenzmark, Silezië en Mitte. In augustus 1934 werd hij daarvoor beloond door Reichsführer-SS Himmler en bevorderd tot SS-Obergruppenführer.

Chef van de Ordnungspolizei

Als in november 1934 het Pruisische Ministerie van Binnenlandse Zaken met het Rijksministerie onder Wilhelm Frick gefuseerd werd, rees Daluege (tot juni 1936) tot leider van de politieafdeling in het Rijks- en Pruisische Ministerie van Binnenlandse Zaken. In maart 1936 kreeg hij zijn eerste hartaanval. Dat verhinderde hem niet om in juni 1936 benoemd te worden (tot 31 augustus 1943 waarnemend) tot plaatsvervanger van Himmler als “Chef van de Duitse Politie” in het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Gelijktijdig werd hij “Chef van de Ordnungspolizei” (tot mei 1945 waarnemend). Daarmee ressorteerde onder Daluege de gezamenlijke geüniformeerde politie van het Duitse rijk. De Ordnungspolizei (OrPo) omvatten naast de Schutzpolizei ook nog andere onderdelen zoals de Feuerschutzpolizei en de Technische Nothilfe.

Evenwel werd Daluege in de opvolgende jaren tot 1939 door het SS-leidersduo Himmler en Heydrich teruggedrongen en verregaand uit zijn macht ontzet, maar bleef hij toch in functie dankzij zijn goede relatie met Hitler. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij vooral verantwoordelijk voor de persoonlijke bescherming van Hitler en van andere hoge partijleiders. Op 14 oktober 1941 ondertekende Daluege het eerste deportatiebevel van Duitse Joden naar Łódź, Polen. Op 20 april 1942 werd hij als een van de vier SS-leiders bevorderd in de hoogste rang, namelijk die van SS-Oberst-Gruppenführer und Generaloberst der Polizei.

Na de succesvolle moordaanslag van de Tsjechische partizanen tijdens operatie Anthropoid op Dalueges concurrent Heydrich werd Daluege in juni 1942 door Hitler als Rijksprotector van Bohemen en Moravië benoemd in Praag. Voor zijn inzet ontving hij het Kruis voor Oorlogsverdienste. Als zodanig was hij ook verantwoordelijk voor de brutale wraakacties tegen de bewoners van de dorpen Lidice en Ležáky.

Na één jaar bleek Daluege niet meer tegen zijn dubbelrol als OrPo-Chef in Berlijn en feitelijke Rijksprotector in Praag opgewassen te zijn. In juni 1943 werd de plaatsvervangend Rijksprotector door Hitler uit zijn functie ontheven. Diezelfde maand kreeg Daluege een tweede hartaanval, wat op 17 augustus 1943 resulteerde in het om gezondheidsredenen neerleggen van zijn functie als Chef van de Ordnungspolizei.

In 1944 ontving Daluege van Hitler een dotatie van 610.000 Reichsmark. Daarna trok hij zich terug.

Arrestatie en veroordeling

Aan het einde van de oorlog werd Kurt Daluege in mei 1945 opgepakt in Lübeck en opgesloten in Neurenberg. In januari 1946 werd hij aan Tsjecho-Slowakije uitgeleverd en op 23 oktober na zijn proces geëxecuteerd in Praag.

Persoonlijk leven

Op 16 oktober 1926 trouwde Daluege met Käthe Schwarz (23 november 1901) een dochter van Carl Schwarz en Gertrud Schaaf. In 1937 had Daluege verklaard steriel te zijn, deze verklaring werd later weer weerlegd. Zij adopteerde één kind Helge (6 maart 1937)[5] en kregen zelf nog drie kinderen Gunther (20 augustus 1938)[5], Klaus (12 juli 1940)[5] en een dochter geboren in 12 mei 1942[5].

Triviaal

Toen Stalins zoon, Yakov Dzhugashvili gevangengenomen werd door de Wehrmacht, zou Daluege met het idee gekomen zijn om Dzhugashvili uit te wisselen met veldmaarschalk Paulus. Joseph Stalin sloeg het aanbod af, naar verluidt onder vermelding dat “een luitenant geen generaal waard is”. Daluege zorgde ervoor dat Dzhugashvili in Sachsenhausen geïnterneerd werd. Toen hij overleed was hij nog maar 36 jaar. De Duitse officiële verklaring was dat Dzhugashvili overleden was toen hij tegen een elektrisch hek aanliep. Anderen verklaarden dat hij zelfmoord gepleegd had, weer anderen suggereerden dat hij mogelijk wel vermoord was.

Militaire loopbaan

Lidmaatschapsnummers

  • NSDAP-nr.: (lid geworden 1922)[2]
  • SS-nr.: 1119 (lid geworden 25 juli 1930)[2]

Decoraties

Zie de categorie Kurt Daluege van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.