Nabije buitenland
Nabije buitenland (Russisch: ближнее зарубежье; blizjneje zaroebezje) is de Russische benaming in het buitenlands beleid voor de onafhankelijke landen die tot 1991 onderdeel uitmaakten van de Sovjet-Unie; de landen van het GOS en de Baltische landen. Deze landen zijn Armenië, Azerbeidzjan, Estland, Georgië, Kazachstan, Kirgizië, Letland, Litouwen, Moldavië, Oekraïne, Oezbekistan, Tadzjikistan, Turkmenistan en Wit-Rusland. De term dook op in de jaren 90 en kwam al snel in algemeen gebruik. In de westerse pers wordt het vaak tussen aanhalingstekens gebruikt in de context van activiteiten die zouden wijzen op de "imperiale ambities" van Rusland.
Voor andere landen, inclusief buurlanden als Finland en de Volksrepubliek China, wordt in Rusland ook wel de term verre buitenland (dalneje zaroebezje) gebruikt.