Muurvaren-associatie
De muurvaren-associatie (Asplenietum rutae-murario-trichomanis) is een associatie van het muurleeuwenbek-verbond, een plantengemeenschap van koele, stenige plaatsen gedomineerd door varens.
Muurvaren-associatie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Muurvaren-associatie met muurvaren en bladmossen | ||||||
Syntaxonomische indeling | ||||||
| ||||||
Associatie | ||||||
Asplenietum rutae-murario-trichomanis Kuhn, 1937 |
Naamgeving, etymologie en codering
- Synoniemen: Asplenietum ruto-murario-trichomanis, Asplenio-Ceterachetum officinarum Vives 1964
- Syntaxoncode (Nederland): 21Ab1
De naam Asplenietum rutae-murario-trichomanis is afgeleid van de wetenschappelijke namen van twee kensoorten binnen de associatie, de muurvaren (Asplenium ruta-muraria) en de steenbreekvaren (Asplenium trichomanes).
Kenmerken
Algemeen
Deze plantengemeenschap is kenmerkend voor vochtige tot droge, bijna verticale kalkrijke rotswanden en muren. Van nature zijn ze enkel te vinden in kalkgebergtes en -plateaus. In de Lage Landen vinden we ze vooral terug op oude stadsmuren, gracht- en kademuren, waterputten, kerkhofmuren en kasteelruïnes, muren van kalksteen of gevoegd met kalkrijke cement.
Het substraat is meestal zeer verweerd, maar voedselarm. Een bodem is amper aanwezig. Meestal is de luchtvochtigheid hoog, zoals op oude gracht- of kademuren, maar de gemeenschap komt ook voor op zonnige, droge plaatsen, al zijn die dan meestal naar het noorden gericht.
Structuur
Muurvaren-vegetaties worden gekenmerkt door een zeer open vegetatie met volledige afwezigheid van de boom- en de struiklaag.
In de kruidlaag zijn varens dominant, bloeiende planten zijn slechts beperkt aanwezig. Muurvaren en steenbreekvaren zijn het vaakst voorkomend, grotere varens zoals de mannetjesvaren en de wijfjesvaren komen minder voor en dikwijls enkel als dwergvorm.
Op vochtige muren is een moslaag meestal aanwezig met voornamelijk bladmossen. Het gewoon muursterretje is de meest gevonden soort.
Soortensamenstelling
De associatie heeft in België en Nederland slechts drie kensoorten, de muurvaren, de steenbreekvaren en de schubvaren. De belangrijkste soorten zijn:
- Boomlaag
- Geen soorten
- Struiklaag
- Geen soorten.
- Kruidlaag
Kensoort | Diff.soort | Abundantie | Nederlandse naam | Wetenschappelijke naam | Opmerking |
---|---|---|---|---|---|
kA | D | Steenbreekvaren | Asplenium trichomanes | ||
kA | A | Muurvaren | Asplenium ruta-muraria | ||
kA | O | Schubvaren | Asplenium ceterach | ||
kV | O | Zwartsteel | Asplenium adiantum-nigrum | ||
kO | O | Muurleeuwenbek | Cymbalaria muralis | ||
kK | O | Blaasvaren | Cystopteris fragilis | ||
F | Mannetjesvaren | Dryopteris filix-mas | |||
F | Liggende vetmuur | Sagina procumbens | |||
O | Straatgras | Poa annua | |||
O | Gewone paardenbloem | Taraxacum officinale | |||
O | Gewone melkdistel | Sonchus oleraceus | |||
O | Gewone eikvaren | Polypodium vulgare | |||
O | Canadese fijnstraal | Conyza canadensis | |||
O | Plat beemdgras | Poa compress | |||
O | Stinkende gouwe | Chelidonium majus | |||
O | Wijfjesvaren | Athyrium filix-femina | |||
O | Grote brandnetel | Urtica dioica |
- Moslaag
Kensoort | Diff.soort | Abundantie | Nederlandse naam | Wetenschappelijke naam | Opmerking |
---|---|---|---|---|---|
kV | Z | Muurknikmos | Bryum radiculosum | ||
kO | F | Gewoon muursterretje | Tortula muralis | ||
F | Gewoon purpersteeltje | Ceratodon purpureus | |||
O | Gedraaid knikmos | Bryum capillare | |||
O | Zodeknikmos | Bryum caespiticium | |||
O | Gewoon zijdemos | Homalothecium sericeum | |||
O | Zilvermos | Bryum argenteum |
Verspreiding en voorkomen
De muurvaren-associatie heeft een verspreidingsgebied van de Atlantische provincie tot subcontinentaal Europa.
In Nederland komt deze associatie vooral voor in het rivierengebied en in Limburg. In Vlaanderen en vooral in Wallonië is ze meer verspreid, maar steeds zeer gelokaliseerd.
Bronnen, noten en/of referenties
|
Indeling van de vegetatieklasse Asplenietea trichomanes (muurvaren-klasse) |
---|
Orde: Tortulo-Cimbalarietalia |