Moord op president Kennedy

De moord op president John F. Kennedy, de vijfendertigste president van de Verenigde Staten, vond op 22 november 1963 plaats te Dallas in de Amerikaanse staat Texas om 12:30 CST. Kennedy raakte dodelijk gewond door geweerschoten toen hij in een open limousine over Dealey Plaza gereden werd. Zijn rijtoer was onderdeel van een publieksreis door Texas, mede georganiseerd met het oog op zijn eventuele herverkiezing in de Amerikaanse presidentsverkiezingen 1964. De van de moord verdachte Lee Harvey Oswald werd twee dagen later in Dallas neergeschoten door nachtclubeigenaar Jack Ruby. Oswald stierf later in het ziekenhuis.

Moord op president Kennedy
John F. Kennedy (links) en zijn vrouw in de limousine, kort voor de aanslag
PlaatsDallas
Coördinaten32° 47 NB, 96° 49 WL
Datum22 november 1963
Tijd12:30 CST (18:30 UTC)
Dader(s)Lee Harvey Oswald
Slachtoffer(s)John F. Kennedy

Kennedy is voor de eerste keer geraakt en grijpt met zijn handen naar zijn keel

Kennedy was de vierde Amerikaanse president die vermoord werd, en de achtste die tijdens de uitoefening van zijn ambt overleed. Twee officiële onderzoeken leidden tot de conclusie dat Lee Harvey Oswald, werkzaam in het Texas School Book Depository (schoolboekenmagazijn) gelegen aan Dealey Plaza, de moordenaar was.

Volgens het onderzoek door de Commissie-Warren, een door president Johnson geformeerde onderzoekscommissie met hoogwaardigheidsbekleders, handelde Oswald alleen en was er geen sprake van een samenzwering. Volgens het onderzoek door de onderzoekscommissie van het Huis van Afgevaardigden (HSCA) was er ten minste één andere schutter[1]. Die conclusie is echter enkel gebaseerd op een akoestisch bewijs[2]. De akoestische analyse van de HSCA wordt tegenwoordig algemeen beschouwd als gebrekkig en de conclusie van de HSCA als fout[3]. De moord op Kennedy is nog altijd onderwerp van speculatie en heeft stof geleverd voor vele samenzweringstheorieën.

De moord

Om 12:30 CST reed de open limousine met president Kennedy richting het schoolboekenmagazijn en draaide toen langzaam 120 graden naar het magazijn toe. De afstand bedroeg 20 meter. Toen de limousine het magazijn was gepasseerd, werden er gedurende 6 tot 9 seconden meerdere schoten op Kennedy gelost. Nadat Kennedy voor de eerste keer geraakt was, greep hij met beide handen naar zijn hals, terwijl zijn echtgenote Jacqueline Kennedy Onassis zijn bovenlichaam vastpakte. Een volgend schot raakte de president in het hoofd. De president werd onmiddellijk naar het Parkland Memorial Hospital overgebracht.

Tijdens de schietpartij bevonden er zich geen lijfwachten op de treeplanken van de limousine. De gemiddelde snelheid van de auto was zo'n 18 km/h.[4] Verschillende getuigen verklaarden dat de auto tijdens de schietpartij snelheid minderde.[5]

De Commissie-Warren concludeerde dat één persoon drie schoten had gelost. Eén schot miste de limousine. Eén kogel trof Kennedy en veroorzaakte ook de verwondingen van gouverneur John Connally, die voor Kennedy zat. Het tweede schot dat doel trof, veroorzaakte de fatale hoofdwond van Kennedy. Op amateurfilmbeelden van toeschouwer Abraham Zapruder is te zien dat het hoofd van de president door dat schot naar achter geslagen werd, wat volgens sommigen duidt op een schutter aan de voorzijde van het voertuig: een kogel van achteren en van boven afgevuurd, had het hoofd van de president naar voren en naar beneden moeten slaan. Echter, een schot door het hoofd resulteert meestal in het achteroverslaan van het hoofd, omdat de rugspieren samentrekken na het wegvallen van de controle door hersenen. Het naar voren slaan van het hoofd gebeurt nooit, omdat de massa van de penetrerende kogel te klein is om een hoofd te bewegen. Verschillende omstanders beweerden schoten te hebben gehoord vanuit het struikgewas ten noordwesten van Dealey Plaza, wat zou betekenen dat er in ieder geval nog een andere schutter actief is geweest. Het aantal omstanders dat naar de School Book departement wees als plaats waar de schoten vandaan kwamen is echter veel groter: zo'n 85% van de getuigen wezen naar het School Book departement, slecht 10% naar het struikgewas [6]. Echo's zijn waarschijnlijk verantwoordelijk voor deze 10% van de getuigenissen.


Om 12:55 werd Kennedy door de dokters doodverklaard in het ziekenhuis,[7] en om 13:00 werd Kennedy officieel overleden verklaard. Rond 14:00 werd zijn stoffelijk overschot aan boord van het presidentiële vliegtuig gebracht. Om 14:38 werd vicepresident Lyndon B. Johnson aan boord van Air Force One beëdigd als de 36ste president van de Verenigde Staten. Vervolgens vertrok het vliegtuig naar Washington.

De lijkschouwing werd verricht in het Nationaal Medisch Centrum van de Amerikaanse Marine in Bethesda.[8] Hierna werd Kennedy's lichaam klaargemaakt voor de begrafenis en overgebracht naar het Witte Huis, waar het 24 uur in de oostelijke kamer opgebaard lag. De volgende dag werd Kennedy begraven. Vertegenwoordigers van meer dan 90 landen, waaronder de Sovjet-Unie, waren bij de ceremonie aanwezig.

Lee Harvey Oswald

Lee Harvey Oswald (politiefoto)
Oswalds geweer
De "achtertuinfoto's"

Lee Harvey Oswald werd in eerste instantie aangehouden (om 14:35 CST) omdat hij leek te voldoen aan de beschrijving van de dader van de moord op de politieagent J.D. Tippit. Dit was in de bioscoopzaal van het Texas Theatre. Hij verzette zich tegen zijn arrestatie en sloeg een politieagent alvorens hij geboeid werd afgevoerd. Pas later werd hij ook over de moord op Kennedy ondervraagd, nadat journalisten hem hadden verteld dat hij daarvan verdacht werd. Opvallend daarbij is dat de gesprekken met Oswald, tegen de geldende regels in, niet zijn opgenomen door de politie. Een officiële beschuldiging of voorgeleiding aan de rechter werd hem niet gegund: op 24 november 1963, om 11:21 CST, werd Lee Harvey Oswald in het politiebureau van Dallas neergeschoten door nachtclubeigenaar Jack Ruby. Ruby stormde op Oswald af en schoot hem daarna in zijn buik. Oswald klapte dubbel en viel zwaargewond op de grond. Dit gebeurde pal voor de draaiende televisiecamera's, die zijn overbrenging naar de regionale gevangenis zouden vastleggen. Het tijdstip van overlijden van Oswald werd vastgesteld op 13:07 CST.

Hoe de gewapende Jack Ruby precies het politiebureau was binnengekomen is nog steeds onderwerp van discussie. Sommigen beweren dat Ruby via de garage-ingang binnenkwam, maar anderen zeggen weer dat dit niet mogelijk was, aangezien die ingang door politieagenten bewaakt werd. Weer anderen beweren dat Ruby door agenten is binnengelaten: Ruby had connecties binnen het politiekorps, leden ervan bezochten regelmatig zijn nachtclub. Het staat vast dat Ruby voorkomt op opnames in het politiebureau en tijdens persconferenties. Jack Ruby zat ten tijde van de moord financieel aan de grond en had noodgedwongen zijn nachtclub "The Carousel" te koop aangeboden. Ruby verklaarde dat hij Oswald had doodgeschoten om Kennedy's weduwe een proces te besparen.[9]

Bewijs tegen Lee Harvey Oswald

De bewijslast tegen Oswald is enorm met in totaal 52 bewijzen voor Oswalds schuld.[10] De politie van Dallas vond op de zesde verdieping [11] een geïmproviseerd sluipschuttersnest.[12] Bij het raam was een muurtje van op elkaar gestapelde boekendozen gebouwd, zodat iemand die zich achter dit muurtje bevond van binnenuit niet zichtbaar was.[13] De politie van Dallas vond een palmafdruk van Oswald op een van de dozen. Elders in het gebouw vonden twee agenten een Mannlicher-Carcano-geweer.[14][15] Forensisch onderzoek wees uit dat zich ook op de kolf van het geweer een palmafdruk van Oswald bevond. Volgens de Commissie-Warren was het vuurwapen voorafgaand aan de moord door Oswald, onder de schuilnaam A.J. Hidell, bij een postorderbedrijf besteld.[16]

Navraag bij de collega die Oswald naar zijn werk reed, wees uit dat Oswald volgens eigen zeggen gordijnroedes in een bruine papieren zak mee had genomen naar het werk. Volgens de Commissie-Warren zou het wapen in deze zak hebben gezeten.[17][18]

Bij een huiszoeking vond de politie foto's, waarop Oswald stond afgebeeld met in zijn rechterhand het geweer en in zijn linkerhand twee linkse kranten.[19] Oswalds echtgenote, Marina Oswald (geboren Prusakova), verklaarde dat zij de foto's in de achtertuin van hun woning had gemaakt.[20] Ze staan daarom bekend als "de achtertuinfoto's".


Onderzoeken

Onderzoek door de Commissie-Warren
Vlak na de moord formeerde Kennedy's opvolger, Lyndon B. Johnson, een commissie om de aanslag te onderzoeken. De commissie werd geleid door Earl Warren, de hoogste rechter van de Verenigde Staten. In 1964 presenteerde de commissie haar eindrapport. De conclusie was eenvoudig: Lee Harvey Oswald had Kennedy doodgeschoten. Het rapport bevat zonder twijfel het meest diepgaande en best uitgevoerde onderzoek naar een moord ooit, uitgevoerd met een ongekend budget en ongekende juridische macht. [21] Toch is dit onderzoek is om verschillende redenen omstreden voor complottheoretici. Zo bestond de commissie bepaald niet uit Kennedy-sympathisanten. Ook was de commissie slechts geformeerd door Johnson en J. Edgar Hoover, de directeur van het FBI. Johnson en Hoover wilden op die manier voorkomen dat ideeën die de regering had om een onderzoekscommissie te vormen, verder uitgewerkt zouden worden. Anders dan bij de Commissie-Warren, hadden Johnson en Hoover in dat geval geen invloed gehad op de samenstelling van de commissie.[22] Het onderzoek laat volgens critici veel vragen onbeantwoord. Vijftig jaar na dato hechten veel Amerikanen nog maar weinig waarde aan het oordeel van de Commissie-Warren. De overheid houdt echter vast aan dit oordeel.
Onderzoek door de House Select Committee on Assassinations
Een officieel onderzoek door de House Select Committee on Assassinations (HSCA), die de moorden op Kennedy en Martin Luther King moest onderzoeken tussen 1976 en 1979, leidde tot de conclusie dat er vier kogels afgevuurd waren en dat er naast Oswald waarschijnlijk nog anderen bij betrokken waren. Dit is in regelrechte tegenspraak met het officiële rapport van de Commissie-Warren. De conclusie is echter deels gebaseerd op geluidsmateriaal dat later op verschillende manieren werd geïnterpreteerd.[23][24] Deze commissie constateerde verder dat ze de andere schutter(s) niet kon identificeren.[25] Het onderzoek door de HSCA, alsmede de tijdens het onderzoek naar voren gebrachte bewijzen, worden door de Amerikaanse overheid genegeerd ten faveure van het eerder door de Commissie-Warren uitgebrachte rapport.
Onderzoek door Jim Garrison
In 1966 en 1967 begon officier van justitie Jim Garrison van New Orleans een coldcaseonderzoek naar de moord op president Kennedy, dat resulteerde in de beschuldiging van Clay Shaw. Shaw werd na kort overleg door de jury vrijgesproken. Deze rechtszaak had als basis een complot, waarin zowel voormalige Cubanen als de CIA een belangrijke rol in de moord op Kennedy speelden. De zaak van Garrison werd in 1991 door Oliver Stone verfilmd, als JFK. Stones weergave van de gebeurtenissen is omstreden. Omdat Clay Shaw kort na het proces overleed kwam het nooit tot een uitspraak zijn proces tegen Garrison wegen smaad en rechtsmisbruik [26].
Onderzoek door het Assassination Records Review Board
Een direct gevolg van het stof dat Stones film JFK deed opwaaien, is de goedkeuring van de JFK Assassination Records Collection Act door het Congres in 1992, waardoor veel tot dan toe verzegelde dossiers niet langer geheim waren. Om deze dossiers te inventariseren en te publiceren werd het Assassination Records Review Board (ARRB) in het leven geroepen.[27] Tussen 1994 en de opheffing van het ARRB in het najaar van 1998 werden enkele miljoenen pagina's aan dossiers openbaar gemaakt. Hoewel het ARRB geen nieuw onderzoek naar de moord verrichtte, werden waar nodig (en mogelijk) wel getuigenverklaringen afgenomen in openbare hoorzittingen, indien zulke verklaringen de dossiers verduidelijkten.
Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Moord op president Kennedy op Wikimedia Commons.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.